De bewustwording is er, nu tijd voor aanpakken van racisme

Vandaag vergadert de Tweede Kamer met de minister-president Mark Rutte en de ministers van Justitie & Veiligheid Ferd Grapperhaus en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren over institutioneel racisme. De recente antiracismedemonstraties en debatten over etnisch profileren laten zien dat er brede steun is om racisme aan te pakken. Het is hoog tijd dat het gesprek verder gaat dan alleen bewustwording van het probleem en ook wordt besproken wat er gedaan kan worden tegen racisme.

Institutioneel racisme en discriminatie

Met institutioneel racisme wordt verwezen naar vaak ongeschreven regels, tradities en omgangsvormen die leiden tot systematische uitsluiting van groepen mensen op basis van hun ras. Het gaat daarbij om de huidskleur, taal, afkomst of nationale of etnische afstamming van mensen. Racisme zit diepgeworteld in verschillende terreinen van onze samenleving: van de arbeidsmarkt en het onderwijs tot aan de woningmarkt en de openbare ruimte. 

Onbewuste discriminatie

Systematische uitsluiting is niet alleen het gevolg van ideeën over raciale superioriteit en bewuste benadeling. Juist ook onbewuste etnische stereotyperingen kunnen leiden tot discriminatie. En die onbewuste vorm van discriminatie komt misschien wel veel vaker voor. Verschillende onderzoeken en oordelen van het College leggen bijvoorbeeld pijnlijk bloot hoe bepalend een naam en afkomst nog is voor kansen op de stage- en arbeidsmarkt. 

Gevolgen van racisme

Het maken van grappen en opmerkingen vanwege iemands afkomst, iemand vanwege zijn of haar afkomst uitsluiten van werk en het aanvallen van mensen vanwege hun huidskleur, heeft grote gevolgen. Door ervaringen met discriminerend gedrag voelen mensen zich angstig, vernederd en somber. Zij passen vaak ook hun gedrag aan.

De jaarrapportage Mensenrechten in Nederland 2019 van het College laat bijvoorbeeld zien dat mensen niet meer alleen over straat gaan, bepaalde locaties mijden of zich anders kleden. Discriminatie waartoe institutioneel racisme kan leiden, druist dus in tegen wat we belangrijk vinden in Nederland. Namelijk, dat iedereen veilig zichzelf kan zijn.

Pak onderliggende structuren van racisme aan

Zowel op landelijk als op lokaal niveau worden verschillende maatregelen getroffen om discriminatie te voorkomen dan wel te bestrijden. Het College heeft de overheid daarom opgeroepen om een nationale coördinator aan te wijzen voor antidiscriminatiebeleid. Deze coördinator moet ervoor zorgen dat de overheid een overkoepelende, integrale en structurele aanpak van alle vormen van discriminerend gedrag ontwikkelt.

De overheid moet niet alleen de ernstigste vormen van discriminatie, zoals fysiek en seksueel geweld, bestrijden. Ook andere discriminerende gedragingen, zoals beledigingen en intimidatie, moeten worden aangepakt. Anders ontstaat het risico dat discriminerend gedrag normaliseert en racisme in stand gehouden wordt.

Voorbeeldfunctie

Om normalisering van discriminatie op basis van etniciteit tegen te gaan, is het belangrijk dat de overheid zelf het goede voorbeeld geeft. Dat kan het doen door actief uit te dragen dat iedereen een plek heeft in de samenleving.

Vanzelfsprekend hoort daarbij dat de overheid zelf ook niemand benadeelt vanwege diens afkomst en geen beleid voert of activiteiten onderneemt die negatieve stereotypering van groepen mensen met een migratieachtergrond in de hand werken. Eveneens is het nodig om te investeren in de bewustwording van eigen stereotypen ten aanzien van bepaalde groepen.

Voorkom dat onbewuste vooroordelen tot discriminatie leiden

Bewustwording van etnische stereotypen en vooroordelen, kan discriminerend gedrag en handelen voorkomen. De training van het College ‘Selecteren zonder vooroordelen’ helpt organisaties daarbij. Bijvoorbeeld door hen te trainen om hun werving- en selectiebeleid en - praktijk zo objectief mogelijk in te richten zodat de invloed van (onbewuste) stereotyperingen op de selectie van nieuwe werknemers en stagiaires wordt geminimaliseerd.