Caribisch Nederland

De eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, samen Caribisch Nederland genoemd, maken sinds 2010 deel uit van Nederland. Bij die ontwikkeling was de verwachting dat het welzijn en de welvaart van de inwoners van de eilanden zou stijgen naar het niveau van Europees Nederland. Dat is op dit moment nog niet aan de orde. Om dit te verbeteren zijn concrete afspraken op het gebied van mensenrechten nodig.

Actualiteit 

Het College volgt de actuele ontwikkelingen in Caribisch Nederland. In 2018 heeft de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) geadviseerd dat de bescherming van mensenrechten in Caribisch en Europees Nederland gelijkgetrokken moet worden. Vooral op het gebied van werk, inkomen en armoedebestrijding, kinderrechten en veiligheid bestaat nog een grote kloof met Europees Nederland. 

Mensenrechten in de praktijk 

Om de armoede te bestrijden is een sociaal minimum inkomen nodig. Regels voor zwangerschapsverlof, vaderschapsverlof en kinderbijslag zijn minder gunstig en de kinderopvang is niet goed georganiseerd. Ook de rechten van verdachten en gedetineerden zijn slecht geregeld. Jongeren zitten met volwassenen in de cel en soms is er geen advocaat bij het politieverhoor aanwezig. De toegang tot rechtsbescherming is ook onvoldoende. Al deze zaken raken de mensenrechten en om dit te verbeteren zijn concrete afspraken nodig. 

Activiteiten van het College 

Het College heeft de wettelijke taak om deze rechten te beschermen, te belichten en te bevorderen voor de inwoners van Europees Nederland én Caribisch Nederland. De inwoners van Caribisch Nederland hebben op sommige gebieden minder rechten dan de inwoners van Europees Nederland. Het uitgangspunt is gelijke behandeling met Europees Nederland, maar daar ontbreekt het regelmatig aan. Daarom dringt het College bij de regering aan op de aanpak van de volgende drie punten: 

Meer aandacht voor mensenrechten in Caribisch Nederland noodzakelijk

De regering geeft aan dat Caribisch Nederland een gelijkwaardig(er) deel van Europees Nederland moet zijn en benoemt in het bijzonder de bescherming van mensenrechten. Het College vraagt aandacht voor het verschil van implementatie in Caribisch en Europees Nederland, maar ook in rechtsbescherming dat daarvan het gevolg is. Zo gelden in Caribisch Nederland verschillende internationale mensenrechtenverdragen (nog) niet en is ook de gelijkebehandelingswetgeving niet van toepassing. 

Implementatie van internationale mensenrechtenverdragen in Caribisch Nederland 

Om de mensenrechten te verbeteren, stelt het College dat het bestuur in Caribisch Nederland moet worden versterkt. De beperkte bestuurscapaciteit mag geen reden zijn om de implementatie van mensenrechtenverdragen uit te stellen, maar moet juist een stimulans vormen voor de regering om samenwerking en ondersteuning vanuit Europees Nederland te intensiveren. Alleen dan kan een goede infrastructuur voor mensenrechten ontstaan.

Invoering van gelijkebehandelingswetgeving in Caribisch Nederland 

De gelijkebehandelingswetgeving vormt een essentieel onderdeel van de bescherming van mensenrechten in Europees Nederland. Het College maakt zich al lange tijd hard voor de invoering van de gelijkebehandelingswetgeving in Caribisch Nederland. Het is nodig om snel een laagdrempelige voorziening op de eilanden te installeren waar inwoners met vragen en klachten over de overheid, werkgevers of uitvoeringsinstanties terecht kunnen.