Vanaf 1 januari 2026 kunnen inwoners van Caribisch Nederland met een discriminatieklacht terecht bij het College voor de Rechten van de Mens. De Eerste Kamer heeft op 7 oktober 2025 namelijk ingestemd met de Wet Bescherming tegen Discriminatie op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Daarmee geldt dezelfde gelijkebehandelingswetgeving die al jaren in Europees Nederland van kracht is straks ook voor Caribisch Nederland.
Read this article in English
Lesa e artíkulo akí na papiamentu
Volgens artikel 1 van de Grondwet heeft iedereen het recht op gelijke behandeling in gelijke gevallen: discriminatie op welke grond dan ook is niet toegestaan. De gelijkebehandelingswetgeving is in Europees Nederland in het leven geroepen om dit recht verder te beschermen. In Caribisch Nederland golden die wetten echter nog altijd niet. Dat verschil wordt nu gelijkgetrokken: wetgeving die bescherming biedt tegen discriminatie geldt straks voor heel Nederland.
Meer bescherming voor iedereen
Binnenkort kunnen inwoners een beroep doen op de wet als zij zich gediscrimineerd voelen, bijvoorbeeld vanwege hun afkomst, religie, geslacht, seksuele voorkeur, beperking of chronische ziekte. Dat is hard nodig: onderzoek van de DSP-groep, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, uit 2024 liet zien dat ruim 40 procent van de inwoners op de eilanden discriminatie ervaart. Dat is twee tot vier keer zo veel als in Europees Nederland.
Om inwoners hierbij te ondersteunen, komt er op elk eiland een loket voor gratis rechtshulp. Daaronder valt ook een antidiscriminatievoorziening (ADV). Medewerkers van de ADV luisteren naar meldingen, registreren deze en kijken samen met de melder naar de mogelijke vervolgstappen. Een verzoek om een discriminatieoordeel bij het College indienen is daarbij één van de opties.
College breidt werkzaamheden in Caribisch Nederland uit
Het College is op de achtergrond al druk bezig met de voorbereidingen voor de nieuwe oordelentaak op de eilanden. Zo heeft het twee plaatsvervangende Collegeleden aangenomen die zullen oordelen over discriminatieklachten op Bonaire, Sint Eustatius en Saba: mevrouw Solange Christiaan en de heer Gerald Simmons-de Jong. En kijkt het College goed naar het opzetten van een manier van oordelen die past bij de context van de eilanden. Zo zal bemiddeling een belangrijke rol spelen. De kans is namelijk groot dat verzoeker en verweerder elkaar kennen. In zulke gevallen kan bemiddeling soms meer opleveren dan een oordeel.
Maya Soumah, kwartiermaker Caribisch Nederland bij het College voor de Rechten van de Mens: “Helaas bestaan er nog altijd veel verschillen tussen Europees en Caribisch Nederland, terwijl gelijke behandeling zo belangrijk is. De invoering van de gelijkebehandelingswetgeving op de eilanden is daarin een goede stap voorwaarts. Vanaf volgend jaar kan iedereen in Nederland, inclusief Caribisch Nederland, een verzoek om een discriminatieoordeel indienen bij het College.”