Iedereen in Nederland, inclusief Caribisch Nederland, heeft recht op bestaanszekerheid. Zodat je in je basisbehoeften kunt voorzien en mee kunt doen in de samenleving. Daarbinnen valt ook het recht op huisvesting: toegang hebben tot een betaalbare woning is essentieel. Op Caribisch Nederland staat het recht op huisvesting echter enorm onder druk. Zo is er een tekort aan sociale en betaalbare huurwoningen en is toegang tot huursubsidies beperkt. Op Sint Eustatius en Saba is bovendien nog geen huurcommissie beschikbaar. In dit verdiepende artikel lees je meer over de betekenis van het recht op huisvesting en de huidige situatie op de eilanden. En geven we als College voor de Rechten van de Mens aan welke stappen genomen moeten worden.
Read this article in English
Lesa e artíkulo akí na papiamentu
Beeld: © Roëlton Thodé / Roëlton Thodé
1. Wat houdt het recht op huisvesting in?
Het recht op huisvesting is een fundamenteel mensenrecht voor iedereen in Nederland, en dus ook Caribisch Nederland. Als mensen geen toegang hebben tot een betaalbare woning, komt hun recht op huisvesting in gevaar.
Dit recht is vastgelegd in verschillende mensenrechtenverdragen, waaronder het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR). In artikel 11(1) van IVESCR staat dat iedereen het recht heeft op een behoorlijke levensstandaard. Daar valt het recht op huisvesting onder. Het houdt specifiek in dat iedereen recht heeft op een plek waar die in veiligheid, vrede en waardigheid kan leven.1 Daarbij komt ook dat huisvesting voor een redelijke prijs beschikbaar moet zijn.2 De kosten moeten op een niveau zitten waarbij men ook andere basisbehoeften kan betalen. Nederland dient dan ook stappen te (blijven) zetten om te zorgen dat huisvestingskosten over het algemeen aansluiten bij het inkomensniveau.3 Hierbij moet Nederland subsidies beschikbaar te stellen voor mensen die geen betaalbare huisvesting kunnen krijgen.4
Het recht op huisvesting staat ook in artikel 22 lid 2 van de Nederlandse grondwet, waarin is opgenomen dat de overheid moet zorgen voor voldoende woongelegenheid.
2. Wat zijn de problemen met huisvesting op de eilanden nu?
Het leven op Bonaire, Sint Eustatius en Saba is duur. Veel mensen maken zich zorgen over de hoge leefkosten. Daaronder is huisvesting voor velen een grote kostenpost. Drie aspecten spelen een belangrijke rol bij de problemen met huisvesting op Caribisch Nederland: toegang tot betaalbare woningen, tot huursubsidies en tot een huurcommissie.
Toegang tot betaalbare woningen
Op alle drie de eilanden is een tekort aan sociaal huurwoningen. Veel mensen staan op een wachtlijst voor een sociale huurwoning: de vraag naar deze woningen is veel groter dan het aanbod. Hierdoor moeten mensen die geen toegang tot een sociale huurwoning kunnen krijgen, huren in de particuliere sector.
Op Bonaire heeft de Nederlandse overheid, als onderdeel van de "Woondeal Bonaire 2023-2030", samen met de lokale overheid een plan ontwikkeld om de sociale woningbouw uit te breiden. De bouw van deze huizen heeft echter meerdere vertragingen opgelopen en het lijkt onwaarschijnlijk dat de oorspronkelijke bouwdoelstellingen zullen worden gehaald. Zo zijn er, van de 500 huizen die eind 2025 gebouwd hadden moeten zijn, slechts 178 opgeleverd. En staan er 144 gepland voor eind 2027. Voor de resterende 178 huizen is het bouwplan niet bekend.5
Voor Sint Eustatius is een intentieverklaring voor sociale woningbouw ondertekend op 17 november 2023. Daarin staan afspraken voor de bouw van nieuwe en de renovatie van al bestaande sociale huurwoningen. Op Sint Eustatius zijn in 2024 20 sociale huurwoningen gerenoveerd. Ook Saba heeft een intentieverklaring ondertekend op 15 november 2023, gericht op de ontwikkeling van sociale woningbouw. Op Saba zijn er in 2024 18 nieuwe sociale huurwoningen bijgekomen.6
Verder is er een wetsvoorstel Woningwet-BES in de maak, waardoor woonstichtingen in Caribisch Nederland officieel woningcorporaties kunnen worden. Woningcorporaties zijn coöperaties die voldoen aan de eisen van de Woningwet. Zij hebben als belangrijkste taak te zorgen voor huurwoningen voor mensen met een lager inkomen. Als woonstichtingen op Caribisch Nederland woningcorporaties kunnen worden, kunnen zij beter toegang krijgen tot financiering en dus meer investeren. De regering geeft aan dat dit tot een groter aanbod van betaalbare (sociale) huurwoningen zal leiden. De verwachting is dat de wet per 1 januari 2027 in werking zal treden.7 In Europees Nederland is de (aangepaste) Woningwet sinds 2015 van toepassing.
Hoewel de overheid actie heeft ondernomen om het aanbod aan sociale huurwoningen te vergroten, blijft de vraag naar betaalbare huurwoningen op de eilanden groot. Er is veel vertraging bij het bouwen van nieuwe sociale huurwoningen en mogelijke gevolgen van de Woningwet-BES zijn pas vanaf 2027 merkbaar. Meer concrete stappen zijn dan ook nodig om voor voldoende betaalbare woningen te zorgen.
Huursubsidies
Een andere reden waarom woningen duur blijven voor mensen met een laag inkomen, ligt bij het gebrek aan toegang tot huurtoeslagen. Op dit moment zijn er twee vormen van huursubsidie op de eilanden:
- De verhuurderssubidie (VHS). Deze subsidie is op alle drie de eilanden beschikbaar voor mensen die een laag inkomen hebben en die een sociale huurwoning hebben.8
- De bijdrage particuliere verhuur (BPV). Bij een BPV kunnen aanvragers geld krijgen van de overheid om hun maandelijkse huurlasten te verlagen. Deze huursubsidie is voor mensen met een laag inkomen, die in de particuliere sector huren. De BPV is echter alleen op Bonaire beschikbaar, sinds 2022 in de vorm van een pilot. Deze pilot ervaart een aantal knelpunten. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) geeft aan dat ze aan deze knelpunten willen werken voordat ze de BPV inzetten voor Sint Eustatius en Saba. Op Sint Eustatius en Saba hebben burgers geen toegang tot huursubsidie in de particuliere huursector.9
Hoewel er dus een vorm van huursubsidie is in Caribisch Nederland, heeft deze een andere vorm dan de huurtoeslag in Europees Nederland. Met deze VHS zijn de aanvragers namelijk afhankelijk van de verhuurder. Vaak komt het op de eilanden voor dat de verhuurder niet meewerkt.10 Dit is een drempel om subsidie aan te vragen, waardoor deze huursubsidie niet toegankelijk genoeg is voor iedereen die het nodig heeft. Verder is de BPV op Bonaire dus tijdelijk. Met andere woorden: er is geen structurele vorm van huurtoeslag voor huurders met een laag inkomen in de particuliere sector.
De huurcommissie van Bonaire constateert ook dat een kleine betaalachterstand kan escaleren tot een niet meer terug te betalen schuld voor huurders. Vooral als het gaat om burgers met een kwetsbare inkomenspositie.11 Zolang mensen met een laag inkomen geen structurele toegang hebben tot sociale huur of huurtoeslag, zal hun recht op adequate huisvesting in gevaar blijven. Ze zullen blijven worstelen met de hoge leefkosten op de eilanden.
Huurcommissie
Huurders en verhuurders kunnen met hun huurproblemen naar een huurcommissie stappen. Hier kunnen ze terecht voor uitleg over hun rechten en plichten die volgen uit huurwetgeving. Het doel van een huurcommissie is om huurder en verhuurder te helpen om huurgeschillen te voorkomen, op te lossen en te beslechten.
In 2021 is een huurcommissie gestart op Bonaire. Zij geven in hun jaarverslag van 2024 aan dat de grote hoeveelheid vragen die zij dat jaar hebben ontvangen (1292) laat zien hoe belangrijk de aanwezigheid van een huurcommissie is.12 Op Sint Eustatius en Saba zijn er echter nog geen huurcommissies beschikbaar. Wel zijn er stappen gemaakt voor de oprichting van een huurcommissie voor deze twee eilanden.13
3. Waarom gelden niet dezelfde wetten en regels op Caribisch Nederland als in Europees Nederland?
Sinds 2010 zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderdeel van Nederland als openbare lichamen. De Nederlandse regering is dan ook verantwoordelijk voor het invoeren van mensenrechtenverdragen in Caribisch Nederland. Dit betekent dat de Nederlandse regering moet zorgen voor het naleven van het recht op een adequate levensstandaard op Caribisch Nederland, in lijn met het IVESCR.
Na 2010 besloot de regering om niet meteen alle wetgeving te laten gelden op Caribisch Nederland. Deze vorm van legislatieve terughoudendheid heeft als gevolg dat wet- en regelgeving nog niet van toepassing of verouderd is. En dat bepaalde mensenrechtenverdragen nog niet gelden of nog niet zijn geïmplementeerd in Caribisch Nederland.
Sinds 2021 is er sprake van het principe van comply or explain. Hierbij moet nieuwe wet- en regelgeving in Caribisch Nederland in principe hetzelfde zijn als in Europees Nederland, tenzij maatwerk nodig is vanwege de context van de eilanden. Om de uitvoeringskracht bij zowel de openbare lichamen als de rijksoverheid niet te overbelasten, hoeft bij het aanpassen van al bestaande wetgeving niet meteen altijd het comply or explain principe toegepast te worden. In plaats hiervan is gekozen voor een aanpak in fases. Dat betekent dat er een inhaalslag moet worden gemaakt voor al ingevoerde wetgeving.14
Daardoor zijn er nog grote verschillen in wet- en regelgeving tussen Caribisch Nederland en Europees Nederland als het gaat om toegang tot betaalbare woningen. Dit is zichtbaar in de eerder genoemde voorbeelden: huursubsidies die nog niet altijd beschikbaar zijn op Caribisch Nederland en het ontbreken van een huurcommissie op Sint Eustatius en Saba. De bescherming van het mensenrecht tot adequate huisvesting van de inwoners van Caribisch Nederland blijft achter bij die van de inwoners van Europees Nederland.
4. Wat vindt het College hiervan?
Voor iedereen is het belangrijk om toegang te hebben tot een woning die betaalbaar is. Dit heeft effect op veel aspecten van je leven. Zo zorgt het voor minder stress en houdt men over het algemeen meer geld over om aan andere behoeftes uit te geven.
Het College blijft zich zorgen maken over de huisvestingssituatie op Caribisch Nederland. De inwoners van Caribisch Nederland hebben op dit moment niet dezelfde bescherming op hun recht tot adequate huisvesting als in Europees Nederland. Als gevolg hiervan komt de bestaanszekerheid van de mensen op Caribisch Nederland verder onder druk te staan.
Mensenrechten zijn universeel, ondeelbaar en behoren toe aan ieder mens. In Nederland betekent dit dat de staat de plicht heeft om deze rechten te waarborgen voor álle inwoners, dus ook voor de inwoners van Caribisch Nederland. Zowel de lokale bestuurscolleges als de Nederlandse rijksoverheid dragen verantwoordelijkheid voor naleving van mensenrechtenverplichtingen in Caribisch Nederland. Volgens internationaal recht geldt voor het hele grondgebied van Nederland dat rechten gelijkwaardig moeten worden beschermd. Wanneer capaciteit, kennis of middelen lokaal ontbreken, rust op het Rijk de plicht tot ondersteuning. Het College stelt dat een 'comply or explain'-benadering hierbij essentieel is. Wanneer normen of verplichtingen niet worden doorgetrokken naar Caribisch Nederland, moet het Rijk motiveren waarom dit niet gebeurt en welke andere bescherming het biedt.
5. Wat doet het College?
Het College is mensenrechtentoezichthouder van heel Nederland, dus óók van Caribisch Nederland (maar niet van Aruba, Curaçao en Sint Maarten). We blijven monitoren op en aandacht vragen voor mensenrechten in Caribisch Nederland. In ons Strategie- en Meerjarenplan 2025-2027 staat dan ook dat we bij willen dragen aan het verkleinen van de ongelijkheid in rechten tussen mensen in Europees en Caribisch Nederland. Daarom:
-
voeren we gesprekken met betrokken ministeries, inspecties, bestuursorganen en andere organisaties;
-
blijven we signalen en knelpunten rapporteren aan internationale toezichthouders;
-
dragen we bij aan het opbouwen van kennis en bewustwording over de situatie op Caribisch Nederland;
-
en geven we gevraagd en ongevraagd advies over beleidsontwikkeling, wetgeving en impact van mensenrechten op de eilanden.
Bronnen
1 CESCR General Comment no. 4: The right to adequate housing (Art. 11(1) of the Covenant), para. 7.
2 CESCR General Comment no. 4: The right to adequate housing (Art. 11(1) of the Covenant), para. 7 en 8(c).
3 CESCR General Comment no. 4: The right to adequate housing (Art. 11(1) of the Covenant), para. 8(c).
4 CESCR General Comment no. 4: The right to adequate housing (Art. 11(1) of the Covenant), para. 8(c).
5 Algemene Rekenkamer, Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 Koninkrijksrelaties en BES-fonds, 21 mei 2025, p. 14..
6 VRO, Voortgangsrapportage 2024 Beleidsagenda VRO/CN, 21 januari 2025, p. 16 en 22.
7 VRO, Kamerbrief over diverse ontwikkelingen in het woonbeleid, 10 december 2024, p. 5 en 6.
8 VRO, Voortgangsrapportage 2024 Beleidsagenda VRO/CN, 21 januari 2025, p. 12, 17, 22 en 30.
9 Huurcommissie Bonaire, Jaarverslag 2024, p. 17: VRO, Voortgangsrapportage 2024 Beleidsagenda VRO/CN, 21 januari 2025, p. 12, 17, 22 en 30.
10 Huurcommissie Bonaire, Jaarverslag 2024, 21 mei 2025, p. 12
11 Huurcommissie Bonaire, Jaarverslag 2024, 21 mei 2025, p. 17.
12 Huurcommissie Bonaire, Jaarverslag 2024, 21 mei 2025, p. 3 en 12.
13 VRO, Voortgangsrapportage 2024 Beleidsagenda VRO/CN, 21 januari 2025, p. 15, 16, 21 en 22.
14 Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Waarborgen van het principe ‘comply or explain’, 20 juni 2025, p. 1-2; Stafnotitie Comply or Explain, Tweede Kamer der Staten-Generaal, 26 maart 2024, p. 12.