Corona-apps moeten toegankelijk zijn voor iedereen

Verdieping

Het kabinet wil mobiele applicaties inzetten tegen de verspreiding van het Coronavirus (Covid-19). Dit kondigde Hugo de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, aan tijdens de persconferentie op dinsdag 7 april. Het College vindt dat de apps moeten voldoen aan de mensenrechten. Dit betekent onder andere dat er voldoende rekening moet worden gehouden met mensen voor wie de toegang tot apps niet vanzelfsprekend is. Vanwege een gebrek aan digitale geletterdheid, financiële middelen, gezondheid of het hebben van een (functie)beperking mogen deze groepen niet uitgesloten worden in de aanpak van Covid-19. Ook moeten de apps voldoen aan goede waarborgen om het recht op privéleven te beschermen.

Uitzonderlijke tijden, uitzonderlijke maatregelen

Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden van apps om te helpen in de bestrijding tegen Covid-19. Volgens het Outbreak Management Team, dat het kabinet adviseert bij epidemieën, zijn deze apps noodzakelijk om te onderzoeken met wie een besmet persoon contact heeft gehad en dient dit om verdere verspreiding te voorkomen. Het kabinet heeft plannen voor twee nieuwe apps. Allereerst een app die traceert met welke andere gebruikers van de app een besmet persoon in contact is geweest, om hen vervolgens te waarschuwen voor een mogelijke besmetting. Ten tweede, een aanvullende app, die mensen die gewaarschuwd zijn kunnen gebruiken om over hun gezondheid te rapporteren.

Het is essentieel dat de overheid zeer zorgvuldig omgaat met de gevoelige (medische) privéinformatie van mensen die deze apps gebruiken. Het College heeft toegelicht dat de bescherming van de volksgezondheid doorgaans geldt als een geaccepteerde rechtvaardigingsgrond voor maatregelen die mensenrechten, zoals het recht op privéleven, beperken. Zulke maatregelen moet alsnog wel proportioneel zijn en door de overheid bij wet worden vastgelegd. Ook mogen er geen andere effectieve maatregelen mogelijk zijn met een minder vergaande impact op de mensenrechten.

Waarborg privacy

De Autoriteit Persoonsgegevens houdt toezicht op de bescherming van persoonsgegevens in Nederland en heeft aangegeven dat de overheid de apps alleen mag inzetten als de privacy voldoende gewaarborgd is. Het College sluit zich bij dit standpunt aan. Misbruik van de data die de apps verzamelen moet worden voorkomen. Tevens dienen de uitzonderlijke maatregelen niet langer in stand te blijven dan nodig is voor de bestrijding van Covid-19.

Ouderen kunnen minder toegang hebben tot apps

Conform het beginsel van gelijke behandeling, moet de overheid iedereen in de maatregelen tegen Covid-19 betrekken en dienen de nieuwe apps toegankelijk te zijn voor iedereen. Echter niet iedereen heeft gelijke toegang tot apps. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek blijkt dat 453 duizend Nederlanders geen internet thuis hebben en dat het merendeel van deze groep boven de 65 jaar is. De overheid moet juist ouderen, de groep die in het algemeen extra kwetsbaar is voor de gevolgen van Covid-19, betrekken bij de maatregelen.

Ook mensen met een beperking moeten de apps kunnen gebruiken

Ook mensen met een (functie)beperking kunnen soms geen gebruik maken van een telefoon of bepaalde apps. De nieuwe apps moeten bijvoorbeeld te bedienen zijn door mensen met een visuele beperking. Ook moet voor mensen met een verstandelijke beperking de informatie die de app geeft te begrijpen zijn. Het College heeft eerder toegelicht dat de overheid passende maatregelen moet nemen om mensen met een beperking in staat te stellen zelfstandig informatie over de crisis te ontvangen, zoals via de gebarentolk bij de persconferenties.

Deze verplichtingen zijn vastgelegd in het VN-verdrag handicap. Bij de aanpak van een crisis moet rekening worden gehouden met de communicatievoorkeuren van mensen met een beperking. Bij het ontwikkelen van een app en in de communicatie daarover moet dan ook goed worden onderzocht wat mensen met verschillende beperkingen nodig hebben. Mensen met een beperking moeten hier ook bij betrokken worden.

Denk aan iedereen

Naast ouderen en mensen met een beperking, zijn er ook anderen die een verminderde toegang kunnen hebben. Denk onder andere aan migranten die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn, iemand die beperkte digitale vaardigheden heeft of een persoon die geen mobiele telefoon kan betalen. Ook met deze groepen moet rekening gehouden worden bij de toegankelijkheid van de apps.

Ook als haast geboden is

In een crisis moet een overheid weliswaar snel handelen, maar ook als haast geboden is moet er voldoende aandacht zijn voor mensen voor wie de toegang niet vanzelfsprekend is. De overheid moet bij de inzet van apps onderzoeken welke maatregelen genomen moeten en kunnen worden om iedereen toegang te geven tot de apps. Een beperking, geen internettoegang, matige beheersing van de Nederlandse taal of beperkte digitale vaardigheden mogen geen beletsel zijn om mensen mee te nemen in het beleid tegen Covid-19.

Wat doet het College?

Het College houdt de maatregelen die genomen worden tijdens de Covid-19 crisis nauwlettend in de gaten. Het thema Digitalisering en mensenrechten is vanaf 2020 één van de strategische programma’s van het College. Binnen dit programma zal het College zich in het bijzonder focussen op discriminatie en rechtsbescherming. Ook is het College toezichthouder op de uitvoering van het VN-verdrag handicap in Nederland. De rapportage van 2019 van het College  ging over de toegankelijkheid van goederen en diensten, waaronder toegankelijke (digitale) informatie en communicatie. Het College riep publieke en private aanbieders van goederen en diensten op om toegankelijkheid van informatie voor noodsituaties met voorrang te borgen voor mensen met een beperking.