Jonge vrouw werkt niet altijd uit vrije keus in deeltijd

Verdieping

Vrouwen zijn relatief steeds beter opgeleid. Het opleidingsniveau van vrouwen onder de 45 jaar is inmiddels hoger dan dat van mannen. Toch blijft de arbeidsmarktpositie van deze vrouwen daarbij achter (SCP, Emancipatiemonitor 2016). Jonge vrouwen werken minder vaak fulltime dan jonge mannen en zijn minder vaak economisch zelfstandig. Het rapport ‘Werken aan de start’ dat het SCP vorige week uitbracht laat zien dat dit verschillende oorzaken heeft. Soms kiezen vrouwen anders dan mannen waar het op werk aan komt. Maar ook de verschillen in opleiding en sector en de positie van starters verklaren voor een deel dit verschil. Niet iedere vrouw heeft behoefte om fulltime te werken. Maar werken in deeltijd is ook niet altijd een vrije keus. Zo werken vrouwen vaker in sectoren waar het lastig is om een fulltime contract te krijgen. Het onderzoek laat zien dat een groot deel van vrouwen wel meer uren zou willen werken.

Wat speelt er?

Deze ongelijke economische positie van jonge vrouwen is uiteraard nadelig voor individuele vrouwen. Het beïnvloedt de kansen later in de carrière en het gebrek aan economische zelfstandigheid maakt hen kwetsbaarder, bijvoorbeeld in het geval van scheiding. Daarnaast is het maatschappelijk van belang dat het potentieel van vrouwen goed tot zijn recht komt: dan draagt dat bij aan de groei en toekomstbestendigheid van bedrijven en daarmee van de hele economie. . 

Het rapport bevestigt dat de emancipatie van vrouwen in Nederland nog lang niet klaar is. Veel mensen denken dat individuele keuzes en toevalligheden de positie van de vrouw bepalen. Tot op zekere hoogte is dat waar, maar er zijn grotere factoren die van invloed zijn op de mogelijkheden die vrouwen hebben om zeggenschap te hebben over hun leven. Dat laat dit rapport duidelijk zien. Maar ook stereotype opvattingen en houdingen over de rollen van vrouwen en mannen in de maatschappij kunnen een rol spelen. Het is daarom van belang oog te hebben voor structurele oorzaken die de positie van de vrouw mede bepalen.

Wat heeft dit met mensenrechten te maken?

Uiteindelijk gaat het erom dat vrouwen en mannen gelijke mensenrechten hebben, zoals in dit geval het recht op arbeid. Deze mensenrechten zijn onder meer gegarandeerd in het VN Vrouwenverdrag. De overheid heeft verplichtingen omdat het hier gaat om mensenrechten. De gelijkheid van vrouwen en mannen in de praktijk dient verbeterd te worden en daar ligt een taak voor de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die emancipatie in haar portefeuille heeft. Dat vraagt om concrete maatregelen om de gelijkheid van vrouwen in de praktijk te verwezenlijken.

Wat doet het College?

In het VN-Vrouwenverdrag is vastgelegd dat mannen en vrouwen gelijk moeten kunnen participeren in de maatschappij. Het College monitort de implementatie van dit verdrag in Nederland. In het kader van zijn Strategisch Programma Discriminatie op de arbeidsmarkt onderzoekt het College welke factoren vrouwen belemmeren om volledig te participeren op de arbeidsmarkt. Zo blijkt bijvoorbeeld uit de verschillende onderzoeken naar zwangerschapsdiscriminatie van het College dat zwangere vrouwen, zeker die met een flexibel contract, een onzekerder arbeidsmarktpositie hebben. Daarnaast heeft het College een training ontwikkeld om bij de werving en selectie zo objectief mogelijk kandidaten te beoordelen. Stereotypen over vrouwen hebben zo minder invloed op de uiteindelijke keuze voor een kandidaat.