Eerste oordeel over eigen beleid van een digitaal platform

Een digitaal platform voor invallers in de kinderopvang vroeg zich af of de manier waarop haar platform is opgezet tot discriminatie zou kunnen leiden. Het College bekeek het platform en oordeelde: geen discriminatie. Dit is ons eerste oordeel over het eigen beleid van een digitaal platform. In het oordeel geven we meer uitleg aan beheerders van digitale platforms over wat zij kunnen doen om te zorgen dat hun gebruikers gelijk behandeld worden.  

Meisje bij de kinderopvang
Beeld: ©Troy T - Unsplash

Tadaah BV heeft een digitaal platform waar kinderopvangorganisaties en pedagogische freelancers bij elkaar worden gebracht voor het verrichten van invaldiensten in de kinderopvang. Het gaat om gemiddeld 40.000 opdrachten per maand. Tadaah wilde weten of ze haarplatform zo had ingericht dat het voldeed aan de gelijkebehandelingswetgeving. 

Het College heeft de opzet en werking van het platform getoetst aan de hand van de gegevens en informatie die Tadaah heeft gegeven. We hebben niet naar de algoritmes zelf gekeken. Wel keken we naar verschillende aspecten: toegang tot het platform, de geplaatste vacatures, de opdrachten die freelancers te zien krijgen, de selectie van freelancers en het blokkeren van freelancers. Hierbij vond het College geen aanwijzingen die zouden duiden op discriminatie. Zo screent Tadaah bijvoorbeeld alleen op zakelijke criteria, zoals het hebben van diploma’s en een inschrijving in de KvK, voordat ze freelancers toegang geven tot het platform.   

Maar er zijn drie duidelijke aandachtspunten. 

1. De selectie door kinderopvangorganisaties van freelancers  

Als een freelancer reageert op een opdracht, ontvangt de kinderopvangorganisatie een profieltekst en eventueel een foto. Vanaf dat moment zal de kinderopvangorganisatie bekend zijn met enkele persoonskenmerken van de freelancer, zoals geslacht, leeftijd en/of etnische afkomst. Het is niet uitgesloten dat dit een rol speelt bij de selectie door de kinderopvangorganisatie.  

Om discriminatie bij de toekenning van opdrachten te voorkomen geven we Tadaah mee om een gedragsregel op te nemen: een expliciete verbodsbepaling als het gaat om discriminatie, en om een klachtenregeling op te stellen.  

Ook wijzen we Tadaah op de mogelijkheid om (periodiek) te onderzoeken of bijvoorbeeld mannelijke freelancers - naar verhouding - net zo vaak opdrachten krijgen als vrouwen. Uiteraard kan het bedrijf ook andere onderzoeksmethoden inzetten om inzicht te krijgen in mogelijke ongeoorloofde uitsluiting via het digitale platform. 

Geen man op een babygroep 

De aanleiding om het oordeel van het College te vragen was dat een kinderopvangorganisatie weigerde om een mannelijke freelancer op een babygroep te laten werken. Toen Tadaah hierover een klacht kreeg van de man, heeft zij tegen de kinderopvangorganisatie gezegd dat zij niet wil dat mensen op discriminatoire gronden uitgesloten worden.  

Maar het College vindt dat van Tadaah meer verwacht had mogen worden. Het gaat namelijk om beleid van de betreffende kinderopvangorganisatie om alleen vrouwen op de babygroep te laten werken. Het kan best zijn dat dezelfde kinderopvangorganisatie nogmaals een man weigert voor de opdracht, wat niet mag. Tadaah heeft het gezag en de mogelijkheid om maatregelen te treffen en kan bijvoorbeeld een waarschuwing geven en, in het uiterste geval, (tijdelijk) de toegang tot het platform ontzeggen. 

2. Vacatures met discriminatoire teksten 

Naast het digitale platform stelt Tadaah ruimte op haar website beschikbaar voor vacatures voor (vaste) medewerkers in loondienst van kinderopvangorganisaties. In enkele vacatures vraagt de kinderopvangorganisatie naar een ‘medewerkster’ of ‘leidster’, zonder aanduiding (m/v/x). Dat is in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving omdat met het gebruik van de vrouwelijke schrijfwijze onduidelijk is of iedereen, ongeacht geslacht, kan solliciteren.  

Omdat het Tadaah is die de vacatures voor de kinderopvangorganisaties op de website plaatst, handelt zij zelf ook in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving, als in de vacatures wordt gediscrimineerd. Het College geeft Tadaah daarom mee om de vacatures voorafgaand aan het plaatsen op haar website te toetsen op onderscheidmakende inhoud. 

Bekijk ook de vacaturecheck met wat wel en niet mag in vacatureteksten 

3. Ranking van freelancers 

Tadaah is aan het onderzoeken of kinderopvangorganisaties freelancers kunnen beoordelen, bijvoorbeeld door hun werk te waarderen met emoticons: een smiley, een neutrale of geen blij kijkende emoticon. Het College wijst erop dat als Tadaah dit faciliteert, zij meewerkt aan een bepaalde ‘ranking’ van freelancers.  

Immers, de freelancers met alleen of vooral smileys zal eerder een opdracht krijgen dan iemand die minder goed is gewaardeerd. Doordat Tadaah hiermee een actievere rol krijgt in de totstandkoming van overeenkomsten kan haar handelen dan mogelijk als ‘arbeidsbemiddeling’ worden gezien.  

Het College geeft Tadaah mee dat dit zal kunnen betekenen dat haar verantwoordelijkheid bij discriminatoire uitsluiting door (potentiële) opdrachtgevers via het platform zal toenemen. Dan zal van haar worden verwacht dat zij extra inspanningen verricht om na te gaan of de ranking geen uitsluitend of nadelig effect oplevert voor freelancers met bepaalde persoonskenmerken.  

Andere aspecten zagen er aan de buitenkant goed uit. 

Opdrachten die een freelancer te zien krijgt 

De freelancers krijgen alleen de opdrachten van kinderopvangorganisaties te zien, als de eisen van de kinderopvangorganisaties en de door hunzelf vooraf opgegeven criteria overeenkomen. Daarbij gaat het om diploma’s, de maximale reistijd, het uurtarief en het aantal te werken uren. Deze ‘voorselectie’ leidt niet tot discriminatie. De ‘selectiecriteria’ houden geen verband met een discriminatiegrond.    

De op het platform geplaatste opdrachten  

Kinderopvangorganisaties plaatsen zelfstandig opdrachten op het platform. Daarbij volgen zij een ‘format’, waarmee zij functie-eisen kunnen stellen. Er is ook een ‘vrij veld’ waarin zij aanvullende informatie kunnen opnemen. Omdat de functie-eisen van het format geen verband houden met een discriminatiegrond, denken wij niet dat dit kan leiden tot discriminatie.  

Voor het ‘vrije veld’ ligt dit anders. Het is niet ondenkbaar dat een kinderopvangorganisatie hierin ‘discriminatoire content’ plaatst, bijvoorbeeld door te vragen naar een vrouw. Als dat gebeurt is Tadaah in beginsel niet verantwoordelijk: zij discrimineert dan zelf niet. Vanaf het moment dat Tadaah weet of behoort te weten dat er discriminatoire informatie op haar platform staat, ontstaat er wél een aansprakelijkheid voor haar. Zij moet dan deze informatie snel verwijderen of zorgen dat niemand erbij kan.