Hoe gender(on)gelijk is Nederland? De kwetsbare positie van vrouwelijke migrantenarbeiders

Onderbetaling, te lange werktijden, slechte huisvesting, illegale werkgelegenheid, discriminatie en (dreiging van) geweld. Vrouwelijke migrantenarbeiders leveren een essentiële bijdrage aan onze samenleving, maar hebben in Nederland vaak een kwetsbare positie die lang niet altijd zichtbaar is.  Deze maand gaan we in op de positie van vrouwelijke migrantenarbeiders die veelal huishoudelijk werk verrichten. Ook kijken we naar wat de overheid moet doen om de rechtspositie van vrouwelijke migrantenarbeiders in Nederland te verbeteren. 

Een groep mensen die demonstreren voor de rechten van migrant domestic workers
Beeld: ©FNV Migrant Domestic Workers Union

Een migrantenarbeider is “een persoon die betrokken zal zijn, is of is geweest bij een betaalde activiteit in een staat waar diegene geen burger is.” (United Nations) Migrantenarbeiders zijn vaak afhankelijk van hun werkgevers of uitzendbureaus voor zaken zoals huisvesting, vervoer en zorgverzekering. Dit maakt migrantenarbeiders extra kwetsbaar voor misbruik. Vooral wanneer zij ongeschoold werk verrichten zoals huishoudelijk werk. Denk hierbij aan te lage lonen, onbetaald overuren maken, inname van identiteitsdocumenten, slechte huisvesting (onveilig of onhygiënisch) tegen hoge kosten of gedwongen arbeid onder dreiging van geweld, chantage of andere vormen van dwang.  

Er kan ook sprake zijn van arbeidsuitbuiting, ook wel moderne slavernij. Dit is een vorm van mensenhandel waarbij kwetsbare groepen worden uitgebuit op de arbeidsmarkt. Door de dwang, bedreiging, beperking van vrijheid en het geweld waarmee arbeidsuitbuiting vaak gepaard gaat, kan het slachtoffer niet zomaar stoppen met werken.  

Naar verwachting zal de vraag naar dienstverlening aan huis verder toenemen omdat de overheid zich terugtrekt op terreinen als (thuis)zorg

Huishoudelijke hulp

Migrantenarbeiders die werken als huishoudelijke hulp worden vaak ‘Migrant Domestic Workers’ genoemd. Zij werken meestal zwart, en hebben soms geen verblijfsvergunning. De meeste van hen zijn vrouw. Naar verwachting zal de vraag naar dienstverlening aan huis verder toenemen in Nederland, ook omdat de overheid zich terugtrekt op de terreinen van bijvoorbeeld (thuis)zorg (Adviescommissie Dienstverlening aan huis).  

Waarom is dit een mensenrechtenprobleem?

Kwetsbare positie 

Het VN-Vrouwenverdrag besteedt extra aandacht aan de positie van vrouwelijke migrantenarbeiders die in het huishouden werken. Volgens het comité zijn er verschillende redenen waardoor vrouwelijke migrantenarbeiders zich in een extra kwetsbare positie bevinden. Deze kwetsbare positie kan ertoe leiden dat er een inbreuk komt op hun mensenrechten. Zo zagen we tijdens COVID-19 maatregelen dat de inkomsten van huishoudelijk werkers helemaal wegvielen toen hun opdrachtgevers thuis werkten en vanwege het besmettingsgevaar niemand over de vloer wilden hebben (FNV). Bij ziekte en ontslag krijgen deze mensen vaak geen uitkering. Hun arbeidspositie is dus onzekerder, wat invloed heeft op de verwezenlijking van het recht op arbeid. Ook is de toegang tot gezondheidszorg moeilijker voor vrouwen die zonder verblijfsvergunning in Nederland verblijven.  

Discriminatie  

Migrantenarbeiders die huishoudelijk werk doen krijgen vaak te maken met discriminatie.  Niet alleen op basis van gender, maar ook op basis van andere aspecten van hun identiteit, zoals migrantenstatus, religie, of sociaaleconomische status (opleiding, inkomen en positie op de arbeidsmarkt). Vanwege die verschillende aspecten zijn ze vaak ook kwetsbaarder – deze huishoudelijk werkers hebben vaak geen sociaal vangnet en kunnen onder andere minder makkelijk ontslag nemen omdat er een risico is dat ze niet snel een nieuwe baan vinden.  

Verder hebben huishoudelijk werkers een grote kans op sociale en culturele isolatie, wat bijvoorbeeld inbreuk kan hebben op hun recht op vrijheid van beweging en sociale participatie (UN Women). Het werk vindt vaak plaats in particuliere huishoudens. Ze werken vaak alleen, spreken niet altijd de Nederlandse taal en zijn vaak gescheiden van hun eigen gemeenschap en steunnetwerken. 

Seksuele intimidatie, misbruik en geweld  

Ten slotte ziet het comité ook dat er een risico is dat huishoudelijk werkers slachtoffer worden van seksuele intimidatie, misbruik en/of geweld op de werkvloer, vanwege het feit dat ze werken in iemands huis waar weinig andere (sociale) controle is. Een deel van de huishoudelijk werkers woont zelfs in het huis waar ze werken, waardoor ze weinig privacy hebben. Vanwege het feit dat deze vrouwen vaak zwart werken, zoeken ze mogelijk uit angst voor negatieve gevolgen geen juridische hulp.  

Regeling Dienstverlening aan Huis

Huishoudelijk werk valt onder een uitzonderingsregeling van de overheid waardoor de gewone arbeidswetgeving niet voor huishoudelijk werkers geldt. De Regeling Dienstverlening aan Huis biedt de mogelijkheid om afspraken te maken tussen een particulier en huishoudelijk werker. Met deze regeling kunnen er afspraken gemaakt worden over loon, vakantiedagen, ziekteverlof en een veilige en gezonde werkplek. Huishoudelijk werkers kunnen echter geen beroep doen op ontslagbescherming, een aanvullend pensioen opbouwen, of zich verzekeren voor langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid. Hierdoor verdwijnt een deel van hun recht op sociale zekerheid. In de praktijk wordt de regeling maar weinig gebruikt (Kennisplatform Werk en Inkomen). Dat terwijl de arbeidswetgeving, en dus ook de regeling Dienstverlening aan Huis, ook van toepassing is op vrouwen zonder verblijfsvergunning. 

Essentiële eerste stappen om de rechten van huishoudelijk personeel te waarborgen zijn het ondertekenen van het VN-Verdrag voor de rechten van alle migrantenarbeiders en hun familieleden (CMW) en het ratificeren van het ILO-Verdrag huishoudelijk werkers (189)

Hoe nu verder?

Het enige VN-verdrag dat Nederland nog niet heeft ondertekend en bekrachtigd, is het Verdrag voor de rechten van alle migrantenarbeiders en hun familieleden (CMW). Het verdrag biedt ook bescherming aan huishoudelijk werkers. Het is daarom van belang dat Nederland dit verdrag ondertekent.  

In 2011 heeft de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) een nieuw verdrag aangenomen over fatsoenlijk werk voor huishoudelijk personeel (ILO-verdrag huishoudelijk werkers, nr. 189). Dit verdrag kent aan huishoudelijk personeel dezelfde arbeidsrechten toe als aan reguliere werknemers. Nederland heeft dit verdrag wel getekend, maar niet geratificeerd. Dit betekent dat het verdrag in Nederland nog niet officieel in werking is getreden.  

Momenteel worden de mensenrechten van migrantenarbeiders (die huishoudelijk werk doen) onvoldoende beschermd. Het ondertekenen van het VN-Verdrag en ratificeren van het ILO-Verdrag zijn essentiële eerste stappen om hun rechten te waarborgen.   

Wat doet het College?

Het College voor de Rechten van de Mens is het mensenrechteninstituut van Nederland. Als onafhankelijke toezichthouder belichten, beschermen en bevorderen wij de mensenrechten in Europees en Caribisch Nederland. Het College rapporteert aan internationale toezichthouders, zoals aan het comité van het VN-Vrouwenverdrag. 

Eerder schreef het College de jaarlijkse rapportage over de gevolgen van de coronacrisis voor kwetsbare groepen, waaronder arbeidsmigranten, onderdeel hiervan was een interview met de Cubaanse Susan. Zij werkte als huiselijk hulp au pair en was zonder verblijfspapieren in Nederland. Zij werd door haar werkgever verboden om naar buiten te gaan tijdens de coronacrisis. 

Misstand melden 

Bij het College voor de Rechten van de kun je een melding maken van een mensenrechtenschending door het invullen van het klachtenformulier. Dit formulier is ook beschikbaar in het Engels. Deze meldingen gebruiken wij in ons rapportageproces. 

Ook bij deze organisaties kun je terecht:

  • De Arbeidsinspectie, om een melding te maken van arbeidsuitbuiting 
  • Comensha, om een melding te maken van (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel 
  • Vakbond FNV, zij komen op voor huishoudelijk werkers en hebben een speciale pagina voor de FNV Migrant Domestic Workers Union. 

Hoe gender(on)gelijk is Nederland?

Op Internationale Vrouwendag 2022 (8 maart) startte het College met de serie ‘Hoe gender(on)gelijk is Nederland?’ waarin het elke maand een probleem belicht dat de mensenrechten van vrouwen onder druk zet.  

Lees de voorgaande artikelen: 

  1. Seksuele intimidatie en mensenrechten  

  1. Cybergeweld: Online geweld tegen vrouwen  

  1. Doorstroom op het werk: Vrouwen in leidinggevende functies  

  1. Het ‘familiedrama’, waarin de vrouw bijna altijd slachtoffer is: femicide    

  1. Politieke participatie van vrouwen: Hoe gender(on)gelijk is de Nederlandse politiek?   

  1. Hoe gender(on)gelijk is Nederland internationaal gezien?   

  1. Het recht op toegang tot abortus 

  1. Hoe zit het met gelijke beloning? 

  1. Het onzichtbare probleem van psychisch geweld 

  1. Vrouwen in armoede 

  1. Het structurele probleem van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld 

  1. Stereotypen en rolpatronen 

  1. De rol van stalkerware bij geweld in de privésfeer 

  1. Hoe zit het met meisjes en vrouwen met een beperking? 

  1. De rol van mannelijkheid  

  2. Het hardnekkige probleem van zwangerschapsdiscriminatie

  3. Vrijheid van meningsuiting van vrouwelijke journalisten

  4. De hardnekkige loonkloof