Oordelen nazomer: een tandje bijzetten voor mensen met een beperking

Het College buigt zich dagelijks over discriminatiezaken op de gebieden die de Wet gelijke behandeling beschermt. Iedere maand willen we een aantal van die oordelen belichten. Deze keer staan we stil bij de gelijke behandeling van mensen met een beperking.

Geen gunst maar wetgeving

De bescherming van mensen met een handicap of chronische ziekte is geregeld in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Deze wet verplicht werkgevers en scholen om de toegankelijkheid voor mensen met een beperking te bevorderen en ze niet te discrimineren. Sinds twee jaar geldt de wet ook voor alle aanbieders van goederen en diensten.

Verboden toegang met medicijnen

Zo geldt de WGBH/CZ nu ook voor horecabedrijven. Een vrouw met diabetes type 1 moest van de beveiliging haar insulinespuiten en meetapparaatje achterlaten bij de eerste hulppost op een feest dat zij bezocht. Ten onrechte, oordeelde het College. De horecagelegenheid beroept zich op de veiligheid. Het College oordeelt dat die niet opweegt tegen het belang van de vrouw om bij een hypo of hyper onmiddellijk haar medicatie te kunnen gebruiken (oordeel 2018-80). En dus is er in dit geval sprake van discriminatie op grond van chronische ziekte.

Alle kinderen met Down geweigerd

Een ander oordeel (oordeel 2018-81) gaat over het weigeren van kinderen met het syndroom van Down door een Montessorischool. Op de site van en de school stond te lezen: “voor kinderen met het syndroom van Down geldt dat een grote meerderheid van het team aangeeft deze kinderen niet de begeleiding te kunnen bieden die ze nodig hebben.” Hierdoor worden alle kinderen met Down buitengesloten. Het College oordeelde dan ook dat de school met deze opmerking discrimineert. De school is verplicht om van geval tot geval te onderzoeken of de beperkingen die bij een handicap of chronische ziekte horen, met aanpassingen kunnen worden opgeheven.

Aanpassing voor man met psychische stoornis

Sommige zaken halen de zittingszaal niet: dan komen de partijen er voor een zitting uit en maken ze afspraken waardoor het College verder buiten beeld blijft. Een schikking, wordt dat genoemd. Zo diende een man een klacht in over zijn bibliotheek. De man is vanwege een combinatie van psychische stoornissen niet in staat om naar de bibliotheek te gaan om cd’s en films te lenen. De bibliotheek brengt wel boeken aan huis, maar geen cd’s en films. Kort nadat het College deze zaak in behandeling had genomen, kwam het tot een schikking. De bibliotheek stelt voor om bij de man thuis in gesprek te gaan over de manier waarop de service aan huis het beste kan worden uitgebreid. De man laat weten erg blij te zijn met dat aanbod en gaat daar graag op in.

Goed initiatief: prikkelvrij winkelen

Het College hoort ook steeds vaker dat bedrijven zelf het initiatief nemen om beter toegankelijk te zijn voor mensen met een beperking. Bijvoorbeeld een supermarkt in het Brabantse Sint Michielsgestel: om mensen die prikkelgevoelig zijn (bijvoorbeeld mensen met autisme) tegemoet te komen, wordt er een wekelijks prikkelvrij winkeluurtje ingesteld. Dat vindt het College een mooi initiatief en een goed voorbeeld voor anderen. 

Heb je zelf het idee dat jouw werkgever, school of buurtsuper te weinig rekening houdt met jouw beperking? Praat erover, bijvoorbeeld met het College.