College oordeelt in zaak over seksuele intimidatie op de werkvloer

Een vrouw heeft het College gevraagd om te oordelen over haar klacht waarin zij stelt dat haar werkgever haar heeft gediscrimineerd door haar seksueel te intimideren. De vrouw heeft een autismespectrumstoornis (ASS) en werkt bij een organisatie die mensen met afstand tot de arbeidsmarkt begeleidt naar werk.

Wat is er gebeurd?

Een mannelijke collega van een andere afdeling neemt op een gegeven moment contact met de vrouw op. Hij had  een (mogelijk) fraudesignaal over haar opgevangen. Hij nodigt de vrouw uit voor een gesprek. Dit gesprek vindt plaats in zijn auto,. Tijdens het gesprek begint hij over de hobby van de vrouw, buikdansen. Hiermee genereerde de vrouw ook wel eens inkomsten.

In de auto maakt de man opmerkingen als “met jouw uiterlijk kun je als model duizenden euro’s verdienen” en hij noemt foto’s van haar die op haar Facebookpagina staan “wel erg professioneel en uitdagend”. Volgens de man hing de vrouw een bedrag van 40.000 euro aan boetes en teruggevorderde uitkering boven het hoofd en zij had dan ook “geluk dat het hem onder de ogen was gekomen, want hij zou niet zo moeilijk doen maar anderen misschien wel”. De vrouw meldt diezelfde dag wat er is gebeurd bij haar werkcoach, maar het is onduidelijk wat de werkgever met haar melding heeft gedaan.

Oordeel van het College

Het College oordeelt dat er sprake was van zodanig grensoverschrijdend gedrag dat, alle feiten samen bezien, sprake is van seksuele intimidatie (oordeel 2021-28). Tijdens het gesprek in de auto maakte de man toespelingen over het uiterlijk van de vrouw. Bovendien raakte de vrouw afhankelijk van de macht van de man omdat hij kon bepalen wat hij met het (mogelijke) fraudesignaal zou doen. Het lag in zijn handen of de vrouw wel of geen boete van 40.000 euro zou krijgen.

Omdat de werkgever de vrouw weinig duidelijkheid heeft gegeven over wat er met de melding van de vrouw was gedaan, oordeelt het College dat de seksuele intimidatie aan de werkgever kan worden aangerekend. Het College rekent dit de werkgever extra zwaar aan, omdat bij hem veel (bijzonder) kwetsbare mensen werken.

Seksuele intimidatie op de werkvloer

Van seksuele intimidatie is sprake wanneer iemand geconfronteerd wordt met ongewenst seksueel gedrag. Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2019 blijkt dat 8,4% van de werknemers en 14,2% van vrouwelijke werknemers seksuele intimidatie door derden (zoals klanten en cliënten) ervaren. Ook ervaren 3,1% van de werknemers en 4,7% van de vrouwelijke werknemers seksuele intimidatie door collega’s of leidinggevenden. Vrouwen zijn vaker slachtoffer dan mannen.

Seksuele intimidatie is verboden. Veel vrouwen vinden het lastig seksuele intimidatie te melden. Het is niet altijd voor iedereen duidelijk welk gedrag grensoverschrijdend is. Ook kan het lastig zijn om een melding te doen als iemand je leidinggevende is. En soms zijn vrouwen bang voor de gevolgen van een melding voor hun baan.

Wat is de rol van werkgevers?

Werkgevers moeten zorgen voor veilige en gezonde werkomstandigheden. Zij zijn verplicht om beleid te maken om seksuele intimidatie te voorkomen, en als het toch voorkomt, hier passend op te reageren. Het is de verantwoordelijkheid van werkgevers om maatregelen te nemen die beschermen tegen seksuele intimidatie op de werkvloer en klachten over seksuele intimidatie zorgvuldig te behandelen. De Wegwijzer Seksuele intimidatie van het Arboportaal helpt werkgevers bij het (h)erkennen van seksuele intimidatie en geeft handvatten om seksuele intimidatie op het werk aan te pakken.

Wat kun je zelf doen?

Seksuele intimidatie is een vorm van geweld tegen vrouwen en is als het op het werk plaatsvindt volgens de wet ook een vorm van arbeidsdiscriminatie. Vermoed je dat je bent gediscrimineerd? Dan kun je contact opnemen met het College. We luisteren naar je en denken mee over wat je zelf kunt doen en wat het College voor je kan doen. Soms verwijzen we je door  naar een andere organisatie die je verder kan helpen. 

Onderzoek College naar seksuele intimidatie op de werkvloer

Het College laat onderzoek doen naar de meldingsbereidheid onder werknemers bij klachten over seksuele intimidatie en de wijze waarop werkgevers deze klachten afhandelen. Het College wil daarmee in kaart brengen welke factoren de meldingsbereidheid van werknemers beïnvloeden. Ook wil het College inventariseren of en zo ja welke knelpunten zich voordoen bij het indienen en afhandelen van klachten over seksuele intimidatie.

Het onderzoek bestaat uit een voorbereidende literatuurstudie, een online enquête onder werknemers, een telefonische enquête onder werkgevers en verdiepende interviews met werknemers en werkgevers die te maken hebben gehad met seksuele intimidatie. Het College verwacht medio 2021 met dit onderzoek uit te komen.