Onderzoek nieuwbouw gevangenis Bonaire: duidelijke verbetering, maar gelijke rechten nog aandachtspunt

Minister Dekker voor Rechtsbescherming neemt een deel van de aanbevelingen over van het College voor de Rechten van de Mens en de Raad voor de rechtshandhaving (de Raad). Zo mogen gedetineerden op Bonaire binnenkort elke week een uur lang bezoek ontvangen in plaats van slechts eens in de twee weken. Hiermee trekt de minister één van de rechten van gedetineerden op Bonaire gelijk met die in Europees Nederland. Het College en de Raad deden onderzoek naar de omstandigheden in de nieuwe gevangenis op Bonaire.

Uit het onderzoek blijkt dat de nieuwe gevangenis een forse stap vooruit is. Zo is het gebouw lichter en ruimer, waardoor medewerkers de mogelijkheid hebben activiteiten voor de gedetineerden te organiseren. Daardoor kunnen ze meedoen aan een dagprogramma. De gedetineerden kunnen werken of leren en op deze manier zichzelf ontwikkelen en zich voorbereiden op een terugkeer in de maatschappij.

Verbetering was alleen mogelijk in nieuw gebouw

Aanleiding voor het onderzoek is de ingebruikname van de nieuwe gevangenis in augustus 2018. In het verleden hebben de Raad en het Comité ter voorkoming van foltering van de Raad van Europa (CPT) aanbevelingen gedaan om de omstandigheden in de oude gevangenis ter verbeteren. De directie kon een deel daarvan pas opvolgen na de verhuizing. Het College en de Raad hebben dan ook gekeken naar de omstandigheden en behandeling van gedetineerden in de nieuwe gevangenis.

Gelijke rechten Caribisch en Europees Nederland 

De drie Caribische eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn onderdeel van Nederland. Om die reden vinden de Raad en het College dat gedetineerden in Caribisch Nederland in beginsel gelijke rechten moeten hebben en op gelijke wijze behandeld moeten worden als gedetineerden in Europees Nederland. In dit onderzoek is gebleken dat er verschillen zijn waarvoor geen rechtvaardiging is te vinden in de specifieke omstandigheden in Caribisch Nederland. Een voorbeeld is het bezoekrecht: er was geen reden om gedetineerden in Caribisch Nederland minder vaak bezoek toe te staan. Het is dan ook goed dat de minister dit nu heeft gelijkgetrokken met de situatie in Nederland.

Gedetineerden kunnen beperkt klachten indienen

Als gedetineerden het niet eens zijn met beslissingen van de gevangenisdirectie, dan kunnen zij niet over alles hun beklag doen bij de beklagcommissie. Zo kan een gedetineerde bijvoorbeeld geen klacht indienen als hij niet mag deelnemen aan het dagprogramma. In Nederland kunnen gedetineerden wel over alle beslissingen die hen rechtstreeks raken een klacht indienen. Als de beklagcommissie een uitspraak heeft gedaan, kan een gedetineerde op Bonaire daartegen niet in beroep gaan. In Nederland kan dat wel. Minister Dekker geeft het gelijktrekken van deze rechten van gedetineerden op Bonaire met die in Europees Nederland echter geen prioriteit. Hiermee maakt de minister onderscheid tussen de positie van gedetineerden in Caribisch Nederland en Europees Nederland, zonder de noodzaak van dat verschil te rechtvaardigen.

Niet meer standaard visiteren

De meeste aanbevelingen waren aan de directie van de gevangenis gericht. De directie heeft deze aanbevelingen ter harte genomen en een plan van aanpak opgesteld. Sommige punten heeft de directie direct opgepakt. Zo visiteerden medewerkers alle gedetineerden na ieder bezoekmoment. Visiteren mag wel, maar alleen als daar reden toe is. Door gedetineerden na élk bezoek te visiteren, maken de medewerkers een disproportionele inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de gedetineerden. De directie heeft al tijdens het onderzoek van het College en de Raad laten weten dat er niet meer standaard na ieder bezoekmoment zal worden gevisiteerd.

Samenwerking

Het College heeft dit onderzoek uitgevoerd samen met de Raad voor de rechtshandhaving. De Raad is een onafhankelijke toezichthouder voor de justitiële keten op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en in Curaçao en in Sint Maarten . Door samen te werken hoeven de medewerkers van de gevangenis niet steeds tijd vrij te maken voor toezichthouders, en kunnen de samenwerkende toezichthouders in één bezoek hun werk doen.