Werkgever discrimineert vrouw vanwege zwangerschap

Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt dat een zwangere vrouw is gediscrimineerd door haar werkgever Stichting Regionale Instelling voor Beschermde Woonvormen Brabant (RIBW). De vrouw werkte als begeleidingsmedewerker bij RIBW en raakte zwanger. Hierdoor raakte zij arbeidsongeschikt. Zij voelde zich niet stabiel genoeg om te werken met cliënten met psychische klachten en een verslavingsproblematiek. De RIBW verlengde haar jaarcontract niet.

Als bewijs voor discriminatie leverde de vrouw een e-mail van de RIBW aan waarin verwezen wordt naar haar zwangerschap en moederschap. De RIBW leverde onvoldoende tegenbewijs. Het College oordeelt dan ook dat de RIBW de vrouw heeft gediscrimineerd op grond van geslacht.

Lees de samenvatting en het oordeel (2017-4)

Het College voor de Rechten van de Mens publiceerde in september 2016 een onderzoek naar zwangerschapsdiscriminatie. Hieruit bleek onder andere dat 43% van de vrouwen op de arbeidsmarkt te maken heeft met mogelijke discriminatie wegens zwangerschap of pril moederschap.

Wetgeving

In Nederland is discriminatie vanwege zwangerschap, een kinderwens of moederschap verboden. Dit is vastgelegd in artikel 7:646 van het Burgerlijk Wetboek (BW), de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (WGB) en de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB).

Zwangerschapsdiscriminatie

Heeft u zelf een situatie meegemaakt of kent u iemand die ongelijk behandeld is? Meld dit dan bij het College voor de Rechten van de Mens. Het College signaleert waar het mis gaat, onderneemt waar mogelijk actie en kan in individuele gevallen uitspraken doen over discriminatie.