2022: Nederland weer aan de beurt voor het Mensenrechtenexamen (UPR)

Dit jaar wordt Nederland voor de vierde keer onderworpen aan de Universal Periodic Review (UPR) van de Verenigde Naties. Dit wordt ook wel het mensenrechtenexamen genoemd. Tijdens de UPR moet de overheid aan de VN-Mensenrechtenraad verantwoording afleggen over de mensenrechtensituatie in ons land. Wat houdt dit mensenrechtenexamen precies in? Wat doet de Mensenrechtenraad? En wat is de rol van het College voor de Rechten van de Mens?

De VN-Mensenrechtenraad 

De Mensenrechtenraad bestaat sinds 2006 en is het orgaan van de Verenigde Naties (VN) dat zich richt op de naleving van de mensenrechten in alle lidstaten van de VN. De raad bestaat uit vertegenwoordigers van 47 lidstaten. Deze lidstaten worden gekozen door de Algemene Vergadering van de VN. Elke regio in de wereld heeft een aantal vaste plaatsen in de raad voor staten uit die regio. Nederland is tot en met 2022 lid van de Mensenrechtenraad. De leden van de Mensenrechtenraad komen meerdere keren per jaar samen om de mensenrechten in bepaalde staten of bepaalde mensenrechten onderwerpen te bespreken. Naast de Mensenrechtenraad zijn er ook verdragscomités van de VN. Deze bestaan niet uit staten maar uit mensenrechtenexperts. De verdragscomités houden toezicht op de implementatie van specifieke verdragen, zoals het VN-verdrag handicap of het verdrag inzake de rechten van het kind.  

De Universal Periodic Review 

Iedere lidstaat van de VN moet het UPR-proces elke vijf jaar doorlopen. Dit proces is uniek omdat staten elkaar kunnen aanspreken op problemen rondom mensenrechten en aanbevelingen kunnen doen om de mensenrechtensituatie in dat land te verbeteren. De UPR is daarnaast bedoelt om ervaringen (best practices) uit te wisselen. Op die manier kunnen staten van elkaar leren hoe met mensenrechtelijke uitdagingen om te gaan.

Mensenrechtenraad in Genève op 10 mei 2017

UPR rapport 2022: aanbevelingen van het College

Het College heeft op 31 maart een rapport ingediend met daarin aanbevelingen aan de Nederlandse overheid. In het rapport focust het College zich op de bescherming van mensenrechten in het algemeen, maar ook op een aantal specifieke thema’s zoals institutioneel racisme, geweld tegen vrouwen, huisvesting en veiligheid.  

Lees hier meer over de aanbevelingen van het College

Hoe werkt de UPR? 

Dit jaar is Nederland dus aan de beurt. De Mensenrechtenraad heeft hiervoor informatie nodig over de mensenrechtensituatie in Nederland. Deze informatie bestaat uit drie delen: het statenrapport van de Nederlandse overheid zelf; een rapport van de VN comités en organen; en het zogenaamde stakeholders rapport van het Nationale Mensenrechteninstituut (in Nederland het College) en NGOs. Zo krijgen staten een evenwichtig beeld van de mensenrechtensituatie in Nederland. Het College heeft zijn rapport op 31 maart ingediend. De Nederlandse overheid moet haar rapport op 8 augustus indienen.  

In november vindt de UPR van Nederland in de Mensenrechtenraad plaats in Geneve. Het College krijgt daarbij ook de gelegenheid om de VN-mensenrechtenraad toe te spreken. Na een dialoog tussen de raad en Nederland, kunnen staten aanbevelingen doen. De Nederlandse overheid moet elke aanbeveling die zij van een andere staat krijgt behandelen en vervolgens aangeven of ze de aanbeveling opvolgt of niet en waarom. Dit wordt vastgesteld in een rapport.

Wat doet het College voor de UPR? 

Het College geeft dus een eigen schriftelijke en mondelinge bijdrage om de VN-mensenrechtenraad te informeren over de mensenrechtensituatie in Nederland. Hierbij gaat het College in op problemen zoals de toeslagenaffaire, etnisch profileren, geweld tegen vrouwen en huisvesting.  

Daarnaast is het van belang dat na de vaststelling van het rapport opvolging wordt gegeven aan de UPR. Het is dan namelijk aan de overheid om de aanbevelingen op te volgen en hierover verantwoording af te leggen. Het College stuurt erop aan dat Nederland daadwerkelijk met de aanbevelingen aan de slag gaat. Voor het College is het cruciaal dat de UPR leidt tot nieuwe acties gedreven vanuit de mensenrechten.