Coronatoegangsbewijs en mensenrechten

Verdieping

Wat zijn de mensenrechtelijke aspecten van het kabinetsplan om te eisen dat je een coronatoegangsbewijs moet kunnen tonen om toegang te krijgen tot de horeca, theaters en evenementen? Op deze vraag geeft het College hieronder antwoord.

Wat is het voorstel van het kabinet?

Tijdens de persconferentie van 14 september heeft het kabinet aangekondigd dat vanaf 25 september een coronatoegangsbewijs nodig zal zijn voor toegang tot verschillende plekken zoals de horeca, het theater, sportwedstrijden, festivals en andere evenementen. Er komen drie mogelijkheden om een coronatoegangsbewijs te krijgen: volledige vaccinatie, een negatief testresultaat, of een bewijs dat iemand recent hersteld is van het coronavirus. De meerderheid van de Tweede Kamer is op 16 september akkoord gegaan met het voorstel, behalve voor zover het gaat om terrassen omdat die zich in de buitenlucht bevinden.

Het College ontvangt veel vragen van bezorgde burgers over het coronatoegangsbewijs. Zij melden zich bij het College met diverse vragen waaronder of het coronatoegangsbewijs niet een vorm van vaccinatiedwang is en of het discriminerend is.

Op welke manier raakt dit aan mensenrechten?

De eis om een coronatoegangsbewijs te kunnen laten zien voor toegang raakt aan een aantal mensenrechten. Het gaat dan onder meer om het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, het recht op bewegingsvrijheid en het recht op gelijke behandeling. De eerste vraag is of de eis een coronatoegangsbewijs te laten zien een beperking van mensenrechten inhoudt. Nu mensen zonder dat bewijs de toegang tot diverse voorzieningen mag worden geweigerd, is dat het geval. Maar de mensenrechten die door deze maatregel worden geraakt zijn niet absoluut. Dat wil zeggen dat een beperking van deze rechten gerechtvaardigd kan zijn. Een beperking is alleen gerechtvaardigd als aan bepaalde eisen is voldaan. Als de overheid de uitoefening van deze mensenrechten beperkt, moet daarvoor een wettelijke grondslag zijn. Verder moet de beperking een legitiem doel hebben, dat wordt hieronder verder uitgelegd, en noodzakelijk zijn om dat doel te bereiken. Hieronder leggen we in het kort uit wat dat inhoudt voor de invoering van het coronatoegangsbewijs. In het webdossier ‘Coronavirus en mensenrechten’ beantwoordde het College eerder vragen over de beperking van vrijheidsrechten als gevolg van de coronamaatregelen.  

Wat is de wettelijke basis voor het coronatoegangsbewijs?

Het kabinet ziet in de Wet publieke gezondheid en de Tijdelijke wet Coronatoegangsbewijzen voldoende wettelijke basis voor een bredere inzet van coronatoegangsbewijzen. Dit blijkt uit de brief die de minister van VWS op 16 september aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Bij deze bredere inzet is het belangrijk dat het kabinet duidelijk maakt wanneer en onder welke voorwaarden een coronatoegangsbewijs gebruikt dient te worden.

Dient het coronatoegangsbewijs een legitiem doel?

Een beperking is alleen toegestaan als die een van de doelen dient die zijn vastgelegd in een mensenrechtenverdrag: alleen dat zijn legitieme doelen. De meeste vrijheidsrechten kunnen worden beperkt als dat noodzakelijk is in het belang van, onder meer, de bescherming van de gezondheid of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Het kabinet noemt als doel van het invoeren van een coronatoegangsbewijs het heropenen van de samenleving zonder het aantal besmetting te veel te laten oplopen en het beschermen van kwetsbare mensen die zich niet kunnen laten vaccineren of bij wie het vaccin niet werkt. De bescherming van de volksgezondheid en de rechten van anderen zijn legitieme doelen.

Is de beperking noodzakelijk?

Om te beoordelen of de beperking gerechtvaardigd is, heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een aantal criteria opgesteld. Ook de Nederlands rechter toetst een beperking aan de hand van deze criteria. Het vereiste van proportionaliteit speelt hierbij een belangrijke rol. Dat houdt in dat de beperking niet verder mag gaan dan noodzakelijk is. Of de maatregel hieraan voldoet is afhankelijk van verschillende factoren.

Wat is de ernst van de inbreuk op mensenrechten?

  • Het uitgangspunt moet altijd zijn dat een beperking niet zo ver gaat dat deze de uitoefening van een mensenrecht onmogelijk maakt. Het coronatoegangsbewijs moet daarom voor iedereen toegankelijk zijn. Er moet rekening gehouden worden met mensen die minder digitaal vaardig zijn of geen smartphone hebben. Oftewel, er moet een toegankelijk alternatief bewijs te verkrijgen zijn voor mensen die het coronatoegangsbewijs niet via de smartphone kunnen krijgen.
  • Ook is het, gelet op het VN-verdrag handicap, belangrijk dat mensen die om gezondheidsredenen niet gevaccineerd zijn, een coronatoegangsbewijs kunnen krijgen. Het demissionair kabinet geeft aan dat bij het ingaan van de coronatoegangsbewijzen per 25 september jl. het nog niet mogelijk was om uitzonderingsbewijzen te geven, omdat de doelgroep moeilijk te definiëren is. Momenteel loopt een pilot bij de GGD Utrecht die leidend zal zijn bij de vraag of en zo ja wélke structurele oplossing voor deze groep mogelijk is. Op grond van het VN-verdrag handicap is een structurele oplossing voor de duur van de pandemie nodig en moet deze in nauw overleg met mensen met een beperking en hun organisaties tot stand komen.
  • Het vereisen van een coronatoegangsbewijs mag niet tot gevolg hebben dat de toegang tot locaties voor mensen die niet gevaccineerd zijn helemaal onmogelijk wordt. Daarom is het belangrijk dat naast een vaccinatiebewijs, ook een negatief testbewijs voldoende is om een coronatoegangsbewijs te krijgen. Om dit een aanvaardbaar alternatief te laten zijn, moeten er voldoende testlocaties beschikbaar zijn die voor iedereen toegankelijk zijn.
  • Om een coronatoegangsbewijs te krijgen en te laten zien moeten mensen informatie over zichzelf overleggen. Hier bestaan zorgen over, want het gaat hierbij om informatie die voor mensen heel persoonlijk is. Daarmee moet zeer zorgvuldig worden omgegaan. Van welke vorm van coronatoegangsbewijs men dan ook gebruik maakt, het is cruciaal dat dit niet meer informatie onthult dan strikt noodzakelijk, en dat de daarvoor gebruikte systemen goed zijn beveiligd.
  • Het is voor sommige mensen lastig om een coronatoegangsbewijs op hun telefoon aan te vragen. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen die minder digitaal vaardig zijn of geen smartphone hebben. Daarom moet er een toegankelijk alternatief bewijs te verkrijgen zijn, zoals een papieren versie en er moet duidelijke informatie zijn hoe en waar deze te krijgen is en hoe men hulp hierbij kan krijgen. Deze informatie moet breed toegankelijk zijn, dus bijvoorbeeld niet alleen via het internet. In de praktijk blijkt dat deze informatie soms lastig te vinden is of als ingewikkeld wordt ervaren. Dat kan tot gevolg hebben dat mensen er helemaal van afzien, wat zou betekenen dat zij geen toegang meer krijgen tot plaatsen waar dat bewijs vereist is.  

Heb je vragen over het coronatoegangsbewijs? Bekijk de website van de Rijksoverheid of bel:

Duur van de maatregel

Bij de beoordeling van de vraag of de maatregel proportioneel is, speelt ook mee dat de eis om een coronatoegangsbewijs te laten zien niet langer mag duren dan strikt noodzakelijk is. Het is daarom van belang dat het om een tijdelijke maatregel gaat, dat de overheid regelmatig onderzoekt of de maatregel nog noodzakelijk is, en deze maatregel wordt ingetrokken zodra dat mogelijk is.

Is de maatregel effectief?

Een maatregel die mensenrechten beperkt moet effectief zijn. Dat betekent dat met de maatregel, in dit geval het coronatoegangsbewijs, het beoogde doel wordt bereikt. In dit geval is het beoogde doel het heropenen van de samenleving zonder teveel besmettingen en met bescherming van kwetsbare mensen. Dat kan alleen als er bij de toegang goed gecontroleerd wordt of mensen inderdaad een geldig coronatoegangsbewijs hebben. Dit is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de horecagelegenheid of de organisator van het evenement. Zij riskeren een boete als zij dit niet doen. Daarnaast is het de taak van de gemeenten om het gebruik van het coronatoegangsbewijs te handhaven. Het kabinet heeft aangekondigd dat de gemeentes hiervoor extra geld krijgen.

Het recht op gelijke behandeling

Veel melders noemen het weigeren van mensen die geen coronatoegangspas hebben een vorm van discriminatie. De gelijkebehandelingswetgeving verbiedt discriminatie bij de toegang tot goederen en diensten op een aantal gronden, zoals ras, godsdienst, geslacht en handicap of chronische ziekte. De wet beschermt daarmee persoonskenmerken. Maar het wel of niet gevaccineerd zijn is geen persoonskenmerk dat door de wet wordt beschermd. 

De invoering van het coronatoegangsbewijs kan wel ongelijke behandeling betekenen van mensen die zich niet kunnen laten vaccineren vanwege een handicap of chronische ziekte, en voor mensen die zich niet laten vaccineren op grond van hun godsdienst of levensovertuiging. Godsdienst, levensovertuiging, handicap en chronische ziekte zijn namelijk beschermde gronden in de gelijkebehandelingswetgeving. Maar niet elke vorm van ongelijke behandeling is discriminatie: dat is het alleen als er ongerechtvaardigd onderscheid is gemaakt. Of de beperking als gevolg van de coronapas gerechtvaardigd is, kan het College onderzoeken als het daartoe een verzoek om een oordeel ontvangt. Dan bekijkt het College ook de mogelijkheid tot het krijgen van toegang door het overleggen van een negatieve testuitslag. Het staat iedereen die zich gediscrimineerd voelt vrij om een verzoek om een oordeel in te dienen