In aanloop naar Wereld Dakloze Mensen Dag op 10 oktober vraagt het College extra aandacht voor de situatie van dak- en thuisloze mensen in Nederland. Deze week publiceerden het Kansfonds en de Hogeschool Utrecht de resultaten van de derde ETHOS-telling. De uitkomsten bevestigen opnieuw dat dak- en thuisloosheid een groot probleem vormt. Het College roept de overheid op om de ETHOS-telling structureel uit te voeren en de uitkomsten te gebruiken voor gericht beleid dat dak- en thuisloosheid voorkomt en bestrijdt.
Beeld: © Kansfonds
Wat is de ETHOS-telling?
Het CBS schat jaarlijks het aantal dak- en thuisloze mensen in Nederland. Volgens de cijfers uit 2024 ging het om ongeveer 33.000 personen. Belangenorganisaties en experts betwijfelen deze cijfers en wijzen erop dat het werkelijke aantal dak- en thuisloze mensen veel hoger ligt.
Om een vollediger beeld te krijgen, startten de Hogeschool Utrecht en het Kansfonds in 2023 met het tellen van dak- en thuisloze mensen volgens de ETHOS-methode. Deze methode, die in Europa geldt als de meest betrouwbare manier om dakloosheid te meten, telt niet alleen mensen die op straat of in een opvang verblijven. Het omvat ook mensen die noodgedwongen op andere plekken wonen.
Tijdens de telling brengen onderzoekers op één dag in kaart hoeveel mensen in een gemeente dakloos zijn of dreigen te worden uitgezet. Verschillende organisaties, zoals hulp- en zorgverleners, leveren hieraan een bijdrage.
Beeld: © College voor de Rechten van de Mens
Resultaten van de derde ETHOS-telling
De derde telronde had een grotere omvang dan de vorige. Van de 342 gemeenten namen 57 gemeenten in 9 regio’s deel, waaronder Amsterdam, Den Haag en Eindhoven. In totaal telden onderzoekers in deze gemeenten 28.721 dak- en thuisloze mensen. Bijna evenveel als de CBS-schatting voor heel Nederland.
De resultaten tonen aan dat de samenstelling van de groep dak- en thuisloze mensen en hun leefsituaties sterk uiteenloopt. Van de getelde personen is 31% vrouw, 14% kind, 19% jongere en 15% persoon zonder verblijfsstatus. Veel dak- en thuisloze mensen slapen niet op straat of in een opvang, maar verblijven (tijdelijk) bij vrienden of op plekken die niet of nauwelijks geschikt zijn om te wonen. Zoals een vakantiepark of een auto.
De telling laten ook duidelijke regionale verschillen zien. In de grote steden ligt het aantal dak- en thuisloze mensen aanzienlijk hoger. Daar leven relatief meer mensen op straat, en onderzoekers telden zelfs dakloze kinderen die buiten verbleven. Het College vindt dit zeer zorgelijk. In andere regio’s verblijven juist meer mensen op vakantieparken of blijven zij noodgedwongen langer in instellingen, zoals de jeugdzorg, asielopvang of beschermd wonen.
Deze verschillen maken duidelijk dat een regionale aanpak noodzakelijk is. De aard van de problemen, en dus ook de oplossingen, verschilt per regio. Het College benadrukt daarom dat een structurele ETHOS-telling onmisbaar is om beleid goed af te stemmen op regionale omstandigheden.
Beeld: © College voor de Rechten van de Mens
Wonen is een mensenrecht
Dak- en thuisloosheid vormt een mensenrechtenprobleem. Een eigen (t)huis is een voorwaarde voor een menswaardig en bestaanszeker leven. Iedereenheeft een stabiele basis nodig, en voor kinderen en jongeren geldt dit des te meer. Zij staan aan het begin van hun leven en moeten een toekomst kunnen opbouwen.
Deze situatie veroorzaakt stress, onzekerheid en veel andere problemen. Mensen die dakloos zijn, hebben vaak beperkte toegang tot zorg, arbeid en onderwijs. Dat laat zien dat wonen niet alleen een mensenrecht is, maar ook een basisvoorwaarde voor de verwezenlijking van andere mensenrechten.
Het recht op huisvesting is vastgelegd in verschillende internationale mensenrechtenverdragen. De overheid heeft de plicht om te voorkomen dat mensen dakloos raken en te waarborgen dat iedereen toegang heeft tot huisvesting. Bij het maken van woonbeleid en wetgeving moet de overheid extra maatregelen nemen voor mensen die (dreigend) dakloos zijn.
Betrouwbare gegevens, zoals de resultaten van de ETHOS-telling, zijn essentieel om te bepalen welke maatregelen nodig zijn. Zonder een goed beeld van de omvang, samenstelling en behoeften van de diverse groep (dreigend) dak- en thuisloze mensen kan de overheid geen effectief beleid ontwikkelen.
Het College roept de overheid daarom op om de ETHOS-telling structureel uit te voeren en de resultaten te gebruiken voor gerichte regionale maatregelen om dak- en thuisloosheid te voorkomen en tegen te gaan.