VN waardeert inzet Nederland tegen rassendiscriminatie, maar regering moet meer doen

De Nederlandse overheid spant zich in om rassendiscriminatie tegen te gaan, maar moet meer doen om deze vorm van discriminatie uit te bannen. Zo moet de overheid op verschillende terreinen meer maatregelen nemen om de naleving van wetgeving tegen discriminatie te verbeteren en om etnisch profileren tegen te gaan. Dat zegt het VN-Comité inzake de uitbanning van rassendiscriminatie in zijn slotcommentaar over Nederland dat het op 26 augustus publiceerde. 

Foto van vrouw in protest met bord: 'End Racism'

Het Comité heeft waardering voor de maatregelen die de overheid al neemt tegen rassendiscriminatie. Het vindt het bijvoorbeeld positief dat de regering een Nationaal coördinator discriminatie en racisme gaat benoemen. Tegelijk maakt het zich zorgen over discriminatie op veel terreinen, zoals de arbeidsmarkt en het onderwijs. Het heeft aanbevelingen gedaan over allerlei terreinen waarop rassendiscriminatie voorkomt. Hieronder noemen we een aantal voorbeelden.  

Harder optreden tegen haatzaaien 

Het Comité is bezorgd dat racistische uitlatingen veel voorkomen, zoals op straat, in sport en online. Het constateert ook dat het debat over immigratie tot meer tegenstellingen tussen mensen en ernstige vormen van discriminatie leidt. De Nederlandse overheid moet daar nog steviger tegen optreden. Zij moet zorgen voor effectiever gebruik van de mogelijkheden die er zijn om racistische uitingen van internet te verwijderen. Ook moet de regering afstand nemen van discriminerende uitingen door politici en zorgen dat het Openbaar Ministerie mensen die haatzaaien vervolgt. 

Melden makkelijker maken

Het Comité vindt ook dat Nederland meer moet doen om te zorgen dat slachtoffers van rassendiscriminatie melding willen doen en vertrouwen hebben dat er iets gebeurt met hun melding. De  regering moet zorgen dat mensen meer weten over hun rechten en de mogelijkheden die er zijn om discriminatie te melden en daarover een klacht in te dienen. De instanties die die klachten ontvangen, moeten slachtoffers met respect behandelen.

Meer doen tegen etnisch profileren

Een ander punt waar het Comité zich zorgen over maakt is etnisch profileren. Het Comité adviseert de overheid om verschillende maatregelen te nemen, van het verzamelen van gegevens op zo’n manier dat sneller te zien is dat mensen worden gediscrimineerd tot het trainen van de politie hoe om te gaan met klachten over etnisch profileren. 

Caribisch Nederland

Het Comité besteedt veel aandacht aan verschillen in behandeling tussen inwoners van Caribisch Nederland en inwoners van Nederland. Het betreurt het dat de Algemene wet gelijke behandeling niet van toepassing is in Caribisch Nederland. Het is ook bezorgd over discriminatie van inwoners in Nederland van Caribische afkomst. Het vraagt de overheid meer aandacht te besteden aan het slavernijverleden van Nederland en de gevolgen daarvan in het heden. 

Over de procedure en het vervolg

Nederland heeft het VN-verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie geratificeerd. Het Comité onderzoekt of landen zich houden aan dit verdrag. Deze maand heeft het Comité Nederland beoordeeld. Het doet dat op basis van een rapport van de regering, dat het vooraf heeft ingediend. Ook het College en diverse NGO’s hebben een rapport ingeleverd. Het College en de NGO’s hebben bovendien een gesprek gehad met het Comité. Vervolgens was er een dialoog met de overheid. Ambtenaren beantwoorden dan de vragen van comitéleden.

De regering moet over een aantal aanbevelingen al binnen een jaar aan het Comité laten weten welke acties zij heeft genomen om die na te leven. In 2027 moet de regering haar volgende rapport inleveren, en daarbij bijzondere aandacht besteden aan een aantal thema’s, waaronder het verzamelen van gegevens over discriminatie en de rol die deze spelen bij het maken en evalueren van beleid. Ook vraagt het speciale aandacht voor discriminatie in Caribisch Nederland en tegen inwoners in Nederland van Caribische afkomst.

Wat doet het College?

Als nationaal mensenrechteninstituut monitoren wij of de regering mensenrechtenverdragen nakomt. En zetten wij ons in om de regering zich aan de verdragen te laten houden. Ook controleren we of de regering aan de slag gaat met de uitkomsten van toezichtprocedures, zoals dit slotcommentaar. 

Daarnaast heeft het College een project institutioneel racisme. Daarmee willen we binnen overheidsdiensten en –organisaties de aandacht vergroten voor het tegengaan van werkwijzen, gedrag en handelen die (kunnen) leiden tot discriminatie op grond van ras.