Onderwijs met een beperking
Leerlingen en studenten met een beperking komen nog steeds veel obstakels tegen in het onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan schoolgebouwen die nog niet volledig toegankelijk zijn voor leerlingen en studenten met een fysieke beperking. Of ontoegankelijk lesmateriaal voor leerlingen en studenten met een visuele beperking. Hierdoor kunnen zij hun recht op onderwijs volgens het VN-verdrag handicap (nog) niet volledig genieten.

Het recht op onderwijs
Volgens het VN-verdrag handicap betekent het recht op onderwijs dat de leerling en haar of zijn mogelijkheden om zich te ontwikkelen en te ontplooien centraal staan. Het is daarbij belangrijk dat er zorgvuldig gekeken wordt naar wat leerlingen met een beperking hiervoor nodig hebben. Daarnaast moeten leerlingen en studenten zelf mee kunnen denken en praten bij het maken van wetten en beleid over onderwijs.
Naar inclusiever onderwijs
Leerlingen en studenten met een beperking moeten, net als ieder ander, volwaardig mee kunnen doen aan onze samenleving. Dit begint al bij de kinderopvang en later op school. In het VN-verdrag handicap staat daarom dat de overheid moet zorgen voor een inclusief onderwijssysteem. Dan gaan mensen met en zonder beperking, zoveel als mogelijk, samen naar school. Dit draagt er ook aan bij dat kinderen al vroeg leren dat iedereen verschillend is en eigen talenten heeft.
Verschil met passend onderwijs
Inclusief onderwijs is niet hetzelfde als passend onderwijs. Sinds 2014 hebben we in Nederland de Wet passend onderwijs. Uitgangspunt van het passend onderwijs is regulier onderwijs waar het kan, speciaal onderwijs als het moet. Volgens deze wet zijn scholen verplicht om passende ondersteuning te bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Als dit niet mogelijk is moeten scholen zoeken naar een andere school waar de leerling wel genoeg extra ondersteuning kan krijgen. Het lukt nog niet altijd om kinderen een passende plek te bieden in het regulier onderwijs op de school van hun keuze. Dat is wel de bedoeling van een inclusief onderwijssysteem.
Aanpassingen op school
Een leerling moet de school tijdig laten weten als er een aanpassing nodig is vanwege een beperking of chronische ziekte. De school moet dan zorgvuldig bekijken of een aanpassing nodig en mogelijk is, zodat de leerling de opleiding kan volgen en met succes kan afronden.
Een aanpassing kan bijvoorbeeld zijn:
- Een rustige werkplek voor leerlingen met concentratiestoornissen
- Lessen op de begane grond voor leerlingen in een rolstoel
- Het gebruik van leessoftware voor een leerling met dyslexie
Soms is een aanpassing heel erg duur of technisch niet haalbaar. Dit wordt ook wel een onevenredige belasting genoemd. In dat geval hoeft een school de aanpassing niet te doen. Scholen moeten echter niet te snel concluderen dat iets niet kan. Het is belangrijk om goed te onderzoeken of een aanpassing gerealiseerd kan worden. Leerlingen en ouders/verzorgers moeten hierbij betrokken worden.
Kinderopvang
Het recht op onderwijs in het VN-verdrag handicap gaat ook over een leven lang leren. Dit begint al op de kinderopvang of voorschoolse educatie. Dit betekent dat de Nederlandse overheid ook stappen moet zetten om inclusieve kinderopvang te realiseren. Op dit moment zijn kinderopvang en voorschoolse educatie in Nederland nog niet ingericht op brede toegankelijkheid en inclusie van kinderen met een beperking. Het College heeft de Nederlandse overheid opgeroepen beleid te ontwikkelen voor inclusieve kinderopvang.