Samen naar inclusiever onderwijs: het VN-verdrag handicap als beginpunt én stip op de horizon

Twee weken geleden, op donderdag 4 februari, hield het College voor de Rechten van de Mens een digitale bijeenkomst over inclusief onderwijs. Deze zou al 18 november 2020 zijn, maar werd verplaatst vanwege de coronamaatregelen. Aanleiding voor de bijeenkomst was het advies van het College over het recht op onderwijs in het VN-verdrag handicap. Dat advies werd op 11 november 2020 aangeboden aan minister Slob van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hoe verhoudt het Nederlandse beleid en de praktijk zich tot het VN-verdrag handicap? Ook in relatie tot andere verdragen en de Grondwet? Welke handvatten zijn er voor het oplossen van knelpunten? Tijdens de bijeenkomst ging het College hierover nader in gesprek met ambtenaren, experts en uiteraard ervaringsdeskundigen.

Werk in uitvoering

Het advies gaf een beeld van de ontwikkelingen richting inclusief onderwijs, maar ook van de knelpunten. Het is ‘werk in uitvoering’. Voor het College is het verdrag het beginpunt. Dat komt omdat het College toezichthouder is op de uitvoering van het VN-verdrag handicap in Nederland. Voor beleid en praktijk is het verdrag meer een stip op de horizon. Als toezichthouder op de uitvoering van het verdrag moet het College kijken naar meldingen en klachten op het terrein van gelijke behandeling van mensen met een beperking. Maar ook naar de stappen in beleid en praktijk die worden gezet voor een inclusiever onderwijssysteem.

Voer voor juristen en beleidsmakers

Het eerste gedeelte van de bijeenkomst ging over de juridische betekenis van het VN-verdrag handicap en andere relevante wetten en verdragen. Denk bijvoorbeeld aan de Grondwet, het Europees verdrag voor de rechten van de mens en het VN-kinderrechtenverdrag. Hieronder wordt een aantal punten uit het eerste deel van de bijeenkomst samengevat:

  • Elk mensenrechtenverdrag legt andere accenten. Hierdoor vullen de verdragen elkaar vaak aan, maar kan het ook voorkomen dat ze botsen. Een oplossing is om een uitleg te geven aan deze rechten die zoveel mogelijk harmoniseert.
     
  • Het VN-verdrag handicap moet meegenomen worden bij onderwijswetgeving en -beleid. Niet iedereen realiseert zich nog dat dit voor alle wetgeving en beleid geldt die relevant is voor mensen en kinderen met een beperking. Het College gaat verder werken aan een checklist speciaal over onderwijs.
     
  • Toezicht en monitoring van de voortgang van inclusief onderwijs zijn nodig. Voorwaarde is dat goed wordt samengewerkt en dat monitoring ruimte biedt voor ontwikkeling. Voor een rol voor de Onderwijsinspectie zijn waarschijnlijk aanpassingen in wet- en regelgeving nodig. Het College gaat hierover verder in gesprek.

De praktijk

Tijdens het tweede gedeelte van de bijeenkomst stond de praktijk voorop. Zo werd er onder andere gesproken over het discriminatieverbod, toegankelijkheid en ondersteuning. Hieronder wordt een aantal punten uit het tweede deel van de bijeenkomst samengevat:

  • De vrijheid van ouders en kinderen om zelf een school te kiezen vinden zij wezenlijk. Daarvoor is wel nodig om de kennis en ervaring uit het speciaal onderwijs onder te brengen in het regulier onderwijs. Inclusiever onderwijs is werk van heel veel handen.
     
  • Alle onderdelen van het onderwijs, op alle niveaus, moeten uiteindelijk toegankelijk zijn. Dat staat in het verdrag en in de wet. Wetten en beleid moeten daarop afgestemd worden. Zo moeten de schoolgebouwen voor iedereen fysiek toegankelijk zijn. Maar ook het lesmateriaal moet in verschillende vormen toegankelijk zijn voor leerlingen met een beperking. Daarnaast is digitale toegankelijkheid tegenwoordig relevanter dan ooit in verband met het thuisonderwijs vanwege corona. 
     
  • Om inclusief onderwijs te realiseren moeten onderwijsinstellingen ook ondersteuning kunnen bieden aan leerlingen en studenten met een beperking. Blijvend het gesprek aangaan met ouders, leerlingen en studenten met een beperking, experimenteren en evalueren zijn hard nodig.

Wat vond het College van de bijeenkomst?

Het College was blij met de actieve deelname van de gasten. Juist in coronatijd, waarin de onderwijswereld bijzonder druk is, was het goed te zien dat er belangstelling is voor het VN-verdrag handicap. Ook is het goed dat er ondanks de pandemie gewerkt wordt aan een routekaart naar inclusief onderwijs. Het College is blij met de waardevolle inbreng en vragen van alle deelnemers tijdens de bijeenkomst. In 2021 blijft het College in gesprek over dit onderwerp. Daarnaast wil het College onderzoeken wat het recht op onderwijs betekent voor mensen en kinderen met een auditieve beperking.

Meer informatie

Meer weten over het recht op onderwijs in het VN-verdrag handicap? Neem voor meer informatie contact op het met College.