75 jaar vrijheid: aan mensenrechten moeten we blijven werken

Onze vrijheid is geen vanzelfsprekendheid: juist in tijden van crisis vragen mensenrechten en daarmee onze vrijheid inzet van iedereen. Voorzitter Adriana van Dooijeweert vraagt in haar speech op Bevrijdingsdag daarom samen met ons te werken aan een samenleving waarin vrijheid voor iedereen werkelijkheid is. 

Adriana van Dooijeweert leest speech voor
Adriana van Dooijeweert speecht op Bevrijdingsdag 2020

Bekijk en beluister de speech

Lees de speech

Vandaag vieren we onze vrijheid.

We vieren dat we 75 jaar geleden werden bevrijd van de gruwelijke mensenrechtenschendingen van de Tweede Wereldoorlog. Het is 75 jaar geleden dat de wereld zei ‘dit nooit meer’ en een paar jaar later het fundament voor onze vrijheid werd gelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens leert ons dat alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten worden geboren. Het zijn mensenrechten die onze menselijke waardigheid beschermen.

De viering van onze vrijheid voelt dit jaar wat wrang aan. Tot nu toe keken we op 4 en 5 mei vooral naar het verleden. Dit jaar, voor het eerst na al die over het algemeen zorgeloze jaren, zijn we gedwongen onder ogen te zien dat onze gezondheid en daarmee ook onze vrijheid ernstig wordt bedreigd en dat die dreiging voorlopig grote invloed zal blijven hebben op de ruimte die we hebben ons leven in te richten zoals we dat zelf het liefst willen. Daarmee is meer dan ooit zichtbaar dat onze vrijheid nog geen gegeven is.

We bevinden ons door COVID-19 middenin een wereldwijde crisis. De zorg staat onder grote druk, we maken ons zorgen over onze gezondheid en die van onze naasten, ondernemers dreigen in faillissement te raken en werknemers verliezen hun banen. Ook zijn er zorgen over huiselijk geweld. En hoe zit het met privacy en toegankelijkheid voor kwetsbare groepen als er straks wellicht een corona –app komt?

Dit zorgt voor veel onzekerheid. We willen ons ‘normale’ leven snel weer oppakken en begrijpen dat daarvoor bepaalde maatregelen onvermijdelijk zijn, maar vrijheid is ons minstens zo dierbaar. Om de coronacrisis onder controle te krijgen wordt juist die vrijheid ingeperkt en zullen beperkingen van mensenrechten nodig blijven. Die beperkingen kennen echter wel grenzen en juist daarom is het belangrijk dat we het evenwicht vinden en behouden in de beperking van mensenrechten.

We moeten ervoor waken dat de mensenrechten die door de jaren heen verworven zijn en die, wellicht meer dan u beseft, een belangrijke rol in het leven van alledag spelen, niet zomaar opzij gezet worden.

Zoals Eleanor Roosevelt, voorvechtster van mensenrechten, ooit zei: ‘Where do universal human rights begin? Close to home’. Mensenrechten heb je omdat je mens bent, welk geslacht, etnische afkomst, godsdienst of politieke overtuiging je ook hebt. Ze gelden altijd en overal, voor iedereen. Het zijn mensenrechten die bepalen dat we allen gelijk behandeld moeten worden en je ongeacht je beperking volwaardig moet kunnen deelnemen aan de samenleving.

Het zijn ook mensenrechten die zeggen dat iedereen het recht heeft om uitdrukking te geven aan zijn of haar identiteit en veilig zichzelf moet kunnen zijn in het openbaar. Het zijn die mensenrechten die ons in staat stellen om in vrijheid te bewegen en in vrijheid onze godsdienst te beleven. Het zijn ook die mensenrechten die de overheid verplichten om ervoor te zorgen dat mensen hun rechten kunnen uitoefenen. Het College voor de Rechten van de Mens houdt de overheid scherp op deze verantwoordelijkheid.

Maar het is niet alleen de overheid die aan zet is. De bescherming van onze mensenrechten en daarmee ook van onze vrijheid vraagt van ons allemaal inzet. Mensenrechten gaan namelijk niet alleen om het opeisen van vrijheid voor jezelf. Vrijheid geef je ook. Het vraagt van ons dat we omkijken naar elkaar en rekening houden met de mensen en groepen in kwetsbare situaties, die in tijden van crisis altijd het zwaarst getroffen worden. Juist in crisissituaties is het belangrijk te bedenken dat een samenleving gebaseerd op solidariteit het best bestand is tegen snel veranderende omstandigheden.

Namens al mijn collega’s van het College voor de Rechten van de Mens doe ik u graag de handreiking om met ons te werken aan een samenleving waarin vrijheid voor iedereen werkelijkheid is. Zodat niet alleen wijzelf, maar ook de komende generaties, die van onze kinderen en kleinkinderen in vrijheid kunnen leven en we over nog eens 75 jaar terug kunnen kijken op vrijheid als een gegeven.

Ik wens u een mooie dag op deze met afstand meest bijzondere 5 mei in 75 jaar!

Adriana van Dooijeweert
Voorzitter College voor de Rechten van de Mens