Excuses voor het slavernijverleden

Verdieping

De Nederlandse regering gaat excuses maken voor het slavernijverleden. In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor het koloniale slavernijverleden en de doorwerking daarvan in de Nederlandse samenleving. Op de Internationale Dag van de Afschaffing van de Slavernij legt het College uit wat het belang van excuses is en wat de excuses betekenen vanuit het perspectief van mensenrechten.

Beeld: ©jbdodane

Wat speelt er?

Begin november maakte het kabinet bekend dat de regering excuses zal maken voor de rol van Nederland in het koloniale slavernijverleden. Ook wil het kabinet 200 miljoen euro uittrekken voor een bewustwordingsfonds. Daarnaast wordt er nog 27 miljoen euro vrijgemaakt voor een slavernijmuseum, dat in 2025 zal openen. Het jaar 2023 staat in het teken van de herdenking van het slavernijverleden. Slavernij werd in 1863 bij wet afgeschaft. Maar de tot slaaf gemaakten moesten nog tot 1873 gedwongen op de plantages werken. Op 1 juli 2023 is dat 150 jaar geleden.   

Steeds meer landen, waaronder Duitsland, België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Benin, Ghana en de Verenigde Staten, hebben hun aandeel in het slavernijverleden erkend met een officieel excuus en wetgeving op het gebied van erkenning, excuses en herstel.  

Ook in Nederland kreeg de maatschappelijke dialoog rondom het slavernijverleden en het al dan niet excuses aanbieden een steeds prominentere rol. Dit is mede te danken aan de zwarte piet-discussie, de Black-Lives-Matter protesten en meer aandacht (en subsidies) voor Keti Koti. Verschillende particuliere instellingen en lokale overheden hebben al een stap gezet. Zo hebben onder andere ABN Amro en De Nederlandsche Bank hun excuses aangeboden. Ook steeds meer gemeenten krijgen oog voor het slavernijverleden. De gemeenten Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht hebben officieel excuses aangeboden, evenals de provincie Noord-Holland.  

Deze ontwikkelingen lijken invloed te hebben gehad op de regering. Waar premier Rutte zich enkele jaren geleden nog op het standpunt stelde dat het slavernijverleden te lang geleden was en dat excuses mogelijk voor verdere polarisatie in de samenleving zouden kunnen zorgen, is het tij nu gekeerd. 

Wat heeft dit met mensenrechten te maken? 

Internationaal is breed aanvaard dat slavernij een ernstige schending van mensenrechten is en een misdrijf tegen de menselijkheid. De slavenhandel en uitbuiting van de tot slaaf gemaakten in de koloniale tijd hield in dat mensen het fundamentele recht werd ontnomen om over het eigen leven te beschikken op basis van 'ras'. Anderen profiteerden hier juist van. Dit heeft geresulteerd in economische, sociale en politieke ongelijkheden, die tot de dag van vandaag in de huidige maatschappij doorwerken. Zoals Tendayi Achiume, de speciale rapporteur voor hedendaagse vormen van racisme zegt, is de “formele afschaffing van de slavernij en het kolonialisme bij lange na niet voldoende geweest om deze raciale ongelijkheden, die door de eeuwen heen zijn geconsolideerd, volledig ongedaan te maken.” Door verschillende VN-organen is al meermaals uitgesproken dat deze geschiedenis een van de belangrijke oorzaken is van hedendaagse vormen van racisme en discriminatie.  

Ook de Mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa wijst erop dat het slavernijverleden een onuitwisbare stempel heeft gedrukt op dit continent. Als gevolg zijn er diepgewortelde vooroordelen en ongelijkheden ontstaan, die nog steeds waarneembaar zijn in de huidige samenleving. Maatschappelijke problemen zoals racisme in de sportwereld, etnisch profileren en de afwijzing van migranten met een Afrikaanse herkomst, worden volgens hem nog altijd onvoldoende erkend. 

Wat betekenen de excuses vanuit perspectief van mensenrechten?  

Excuus is een vorm van herstel voor mensenrechtenschendingen. Bij ernstige mensenrechtenschendingen is er een juridische plicht om rechtsherstel te bieden. Uit het internationale recht vloeit voort dat rechtsherstel in de eerste plaats moet worden geboden aan de slachtoffers van die schendingen en hun naasten of aan de gemeenschap waaruit de slachtoffers afkomstig waren. Rechtsherstel aan tot slaafgemaakten is niet meer mogelijk. Toch betekent dat niet dat er vanuit mensenrechtelijk perspectief geen reden tot herstel meer is. Een formeel en openbaar excuus, waarbij de aanbieder van de excuses de feiten die zijn begaan erkent en daarvoor verantwoordelijkheid neemt, is ook een vorm van herstel.

Andere voorbeelden van herstel zijn het opzetten van een monument voor de herdenking van de gebeurtenissen en de slachtoffers en het vergroten van het bewustzijn over de mensenrechtenschendingen en de gevolgen daarvan. Bij dergelijke vormen van herstel gaat het er vooral om dat de (historische) waarheid aan het licht komt, dat er duidelijkheid ontstaat over misstanden en leed dat is berokkend en dat daaraan publieke bekendheid wordt gegeven.  

Dat alles niet alleen als vorm van morele genoegdoening aan de nazaten van de slachtoffers – in dit geval: de tot slaaf gemaakten. Door de erkenning dat met de slavernij de fundamentele waardigheid van mensen is geschonden, bevestigt Nederland de waardigheid van alle Nederlanders ongeacht etniciteit of afkomst. Dit moet eraan bijdragen dat dergelijk leed nooit meer wordt toegebracht. Ook is het bedoeld als ruggensteun voor nazaten die nog steeds te maken hebben met vormen van achterstelling of stereotypering die voortvloeien uit opvattingen of machtsverhoudingen uit de slavernijgeschiedenis.

Dit alles betekent overigens niet dat deze vormen van herstel geen financiële component zouden kunnen of moeten hebben: onderzoek, waarheidsvinding, publieksvoorlichting en het vergroten van de maatschappelijke kansen en mogelijkheden voor de gemeenschap van nazaten van de tot slaaf gemaakten zullen veelal om financiële inspanningen van de overheid vragen. 

Betrokkenheid van belanghebbenden en hun organisaties  

Bij het aanbieden van excuses en andere vormen van herstel is het van belang dat dit in goed overleg is met de nazaten van de tot slaaf gemaakten. Alle inspanningen dienen ontwikkeld, gemonitord en geëvalueerd te worden samen met de mensen voor wie het bedoeld is. Juist door dit proces goed vorm te geven en het herstel zo goed mogelijk aan te passen aan de rechten en behoeften van de groep die het raakt, kan herstel doelmatiger, effectiever en efficiënter worden. 

Aandacht voor doorwerking slavernijverleden en aanpak rassendiscriminatie  

Het bewustzijn over het koloniale slavernijverleden en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse samenleving van nu is laag. Dat constateerde de speciale rapporteur na haar bezoek aan Nederland in 2019. Zij formuleerde daarom als aanbeveling om structureel meer aandacht te besteden aan voorlichting, bewustwording en educatie over het slavernijverleden en kolonialisme. Het onderwijs zou een vollediger beeld moeten geven van de wijze waarop Nederland haar rijkdom heeft vergaard in het verleden en wat voor een uitwerking dit heeft (gehad) voor de nazaten van de tot slaaf gemaakten.  

Dat het bewustzijn onder Nederlanders nog laag is, verklaart mogelijk waarom velen de noodzaak van herstel niet inzien. Uit een recent onderzoek van I&O Research uit 2022, in samenwerking met Trouw en NOS, blijkt dat 38%  van de Nederlanders vindt dat Nederland excuses moet maken voor haar rol in de slavenhandel. 49% vindt dat Nederland geen excuses moet maken. 63% beschouwt de Nederlandse rol in het slavernijverleden wel als ernstig. 

Hierbij zijn grote verschillen te zien in achtergrond; waar 57% van de Nederlanders zonder migratieachtergrond excuses niet nodig vindt, is ruim 64% van de Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders (dit percentage is bijna gelijk onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders) wel voor excuses.

Vergroting van het bewustzijn over het slavernijverleden en de gevolgen daarvan kan bijdragen aan de uitbanning van rassendiscriminatie. Dat is een verplichting op basis van het VN-verdrag tegen rassendiscriminatie, andere mensenrechtenverdragen en nationale wetten. Verschillende internationale en Europese toezichthoudende instanties hebben Nederland hierover geadviseerd.  

Ook op nationaal niveau zijn er waardevolle aanbevelingen aan de overheid gedaan. Het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden, ingesteld door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, organiseerde een dialoog over het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in de hedendaagse samenleving. In het rapport Ketenen van het Verleden adviseerde het Adviescollege dat de Staat: 

  • Erkent dat slavernij en slavenhandel misdrijven tegen de menselijkheid waren 
  • Verantwoordelijkheid neemt om de misstanden van het slavernijverleden onder ogen te zien 
  • Erkent dat de gevolgen van het slavernijverleden heden ten dage nog voelbaar zijn en 
  • Excuses aanbiedt.

Met het aanbieden van formele excuses en het oprichten van een museum zet de regering belangrijke stappen om deze aanbevelingen na te leven. 

Standpunt College  

Met het uitspreken van excuses zet het kabinet een belangrijke stap in de erkenning van de ernst van het slavernijverleden en de schendingen van de meest fundamentele mensenrechten die in die periode hebben plaatsgevonden. Er liggen waardevolle aanbevelingen van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden en van internationale (mensenrechten)organen om verdere stappen te zetten in het erkennen en herdenken van het slavernijverleden.

Het College acht het met name van belang dat via erkenning en herdenking wordt bijgedragen aan vergroting van de bewustwording onder alle Nederlanders. Die kan namelijk bijdragen aan de hedendaagse bevordering en verwezenlijking van het recht op gelijke behandeling en non-discriminatie van mensen die hun wortels hebben in de voormalige Nederlandse koloniën.  

Wat doet het College?  

Het College voor de Rechten van de Mens is actief op het gebied van voorlichting en bewustwording over discriminatie en vooroordelen die tot discriminatie kunnen leiden. Het College geeft daarom voorlichting over mensenrechten middels campagnes, educatie en trainingen. Ook houdt het College toezicht op de naleving van de Nederlandse gelijkebehandelingswetgeving, onder meer door een oordeel te geven naar aanleiding van individuele discriminatieklachten.