Interview: “Het is vaak ontzettend moeilijk om te krijgen waar je recht op hebt”

Verdieping

“Voor mensen met een beperking is het vaak moeilijk om te krijgen waar ze recht op hebben.” Bouwrechtadvocaat Ottilie Laan (48) maakt zich sterk voor een betere toegankelijkheid van gebouwen en de rechten van mensen met een beperking.  

Portretfoto van Ottilie

"Strijdbaar ben ik altijd geweest"

“Strijdbaar ben ik altijd geweest. Soms misschien té strijdbaar. Ik kan niet in mijn eentje de wereld veranderen. Maar ik kom kleine praktische problemen tegen die voor mensen met een lichamelijke beperking een grote hindernis vormen. Ze zijn vaak makkelijk op te lossen. En toch gebeurt dat niet. Dan kom ik in actie. 

Bijvoorbeeld: op de deuren van de apotheek in mijn buurt zat een sterke dranger. Mensen in een rolstoel en ouderen kregen de deur niet open en begonnen de apotheek te mijden. Het kostte wat overredingskracht, maar de apotheker heeft uiteindelijk de dranger verwijderd. Nu is de apotheek voor iedereen beter toegankelijk. 

Ik ben als advocaat gespecialiseerd in het civielrechtelijk bouw- en vastgoedrecht. Ik heb gesolliciteerd toen ik nog redelijk kon lopen en nog geen rolstoel had. Wel moest ik tijdens mijn sollicitatie uitleggen waarom ik door operaties aan mijn benen langer over mijn studie heb gedaan. Ik ben daar open over geweest. Ik dacht toen nog dat ik ooit wel goed zou kunnen lopen.  

Pas op mijn 42ste kreeg ik de diagnose spastische cerebrale parese en werd duidelijk dat ik nooit goed zou kunnen lopen. Na mijn laatste operatie in 2017 raakte ik aangewezen op een rolstoel. Die rolstoel geeft mij meer vrijheid en een grotere actieradius, zeker sinds ik een cursus rolstoelvaardigheden heb gevolgd bij het Wheelchair Skills Team.  

Maar door mijn rolstoel belandde ik ook in een soort Kafkaëske strijd met de gemeente. Ik kreeg een standaardrolstoel via de Wmo. Maar door mijn beperking heb ik een moeilijke zithouding en heb ik een rolstoel op maat nodig. Die kreeg ik eerst niet. Want: te duur, volgens de Wmo-ambtenaren. Ik moest eerst proberen of ik toch met een standaardrolstoel toe kon. Aan de standaardrolstoel heb ik een chronische bovenbeenspierontsteking overgehouden. Uiteindelijk heb ik wel de juiste aangepaste rolstoel gekregen, maar pas na eindeloos getouwtrek.  

“Door mijn juridische achtergrond kan ik zelf een ingebrekestelling opstellen. Heb je die achtergrond niet, dan is het lastig om zo’n brief zonder juridische hulp te schrijven”  

Ook had ik een buitenliftje nodig om mijn huis in en uit te kunnen komen. Maar mijn huis is een rijksmonument en voor de lift was een omgevingsvergunning nodig. De Wmo-ambtenaren en die van de dienst Monumenten overlegden niet met elkaar. En ik zat er tussenin. 

Ik merkte hoe moeilijk het is om aan de juiste informatie te komen als je bezwaar maakt tegen besluiten van de gemeente. De gemeente geeft alleen algemene informatie over klachten over niet tijdige afhandeling van Wmo-aanvragen en bezwaren tegen beschikkingen. Volgens de website kun je de gemeente in gebreke stellen door middel van een brief. Hoe je die brief concreet opstelt en wat je daarin moet zeggen, zegt de gemeente niet.  

Door mijn juridische achtergrond kan ik zelf een ingebrekestelling opstellen. Heb je die achtergrond niet, dan is het lastig om zo’n brief zonder juridische hulp te schrijven waardoor de eerste stap tot toegang tot het recht al moeilijk is. De gemeente had ook met een link op de website kunnen verwijzen naar het voorgedrukte formulier ‘Dwangsom bij niet tijdig beslissen’  dat is te vinden op de website van de Rijksoverheid.  

“De rechter oordeelde dat de gemeente mij de lift moest geven” 

Voor het daadwerkelijk maken van bezwaar en het daarop volgende beroep heb ik via mijn rechtsbijstandsverzekering de hulp ingeroepen van een in sociaal recht gespecialiseerde advocatenkantoor uit Amsterdam. Ik kon dat zelf niet, omdat ik niet wist hoe ik bezwaar moest maken tegen het ‘niet-opgedragen Pgb’ dat de gemeente mij onder het mom van beleidsvrijheid had opgedrongen. Uiteindelijk heb ik de zaak met de gemeente geschikt. De uitkomst daarvan was dat ik van de gemeente een toereikend Pgb kreeg voor de benodigde lift en ik nog steeds het recht heb om zo nodig andere voorzieningen aan te vragen. 

Daarna heb ik nog een keer tegen de gemeente geprocedeerd over een accessoire voor mijn rolstoel. Ook deze rechtszaak heb ik gewonnen. Ik heb deze rechtszaak zelf gedaan, ook al had ik geen ervaring met procederen in het bestuursrecht. Zonder mijn juridische achtergrond had ik dat waarschijnlijk niet gekund of aangedurfd. Op basis van mijn eigen ervaringen help ik regelmatig mensen met een beperking of ouders van kinderen met een beperking die hun weg niet weten in het systeem en niet weten waar ze moeten beginnen om te krijgen waar ze recht op hebben. 

Ik adviseer anderen om altijd een rechtsbijstandsverzekering te nemen die dit soort zaken dekt, zodat je op tijd deskundige juridische hulp kunt krijgen. Of je aan te sluiten bij een belangenorganisatie zoals Per Saldo die ook juridische hulp biedt.  

“De beperkte informatie die gemeenten beschikbaar stellen over de Wmo is in mijn ogen onvoldoende om als leek je recht te halen bij de gemeente”

Van de gemeente kreeg ik een kort ‘excuses’. Dat was tenminste wat. Maar alle stress en ellende waren niet nodig geweest als de gemeente mij niet vooral als een kostenpost had gezien. Ik voelde me ontmenselijkt door de opstelling van de gemeente. Ik miste inlevingsvermogen en menselijkheid. Als je een beroep doet op de Wmo ben je niet per se een kostenpost of fraudeur, maar een mens als ieder ander. 

Ik wil dezelfde dingen die andere mensen ook willen: uitgaan, winkelen, werken, mijn kinderen naar school brengen, vrienden bezoeken. Het gaat om de meest basale dingen die voor anderen vanzelfsprekend zijn en die de kwaliteit van mijn leven beïnvloeden.  

Nederland heeft veel voorzieningen in vergelijking met andere landen. Maar het is vaak ontzettend moeilijk om te krijgen waar je recht op hebt. Ik geloof dat de meeste ambtenaren van goede wil zijn, maar ze zijn met handen en voeten gebonden aan of verschuilen zich achter procedures en protocollen. Dat is niet alleen mijn ervaring, maar ik hoor het ook van veel anderen.  

De beperkte informatie die gemeenten beschikbaar stellen over de Wmo is in mijn ogen onvoldoende om als leek je recht te halen bij de gemeente. De materie is ingewikkeld, ook voor de mensen bij het Wmo-loket. Zeker als gemeenten onder het kopje ‘beleidsvrijheid’ de regels in hun voordeel uitleggen of tijdens de aanvraag aanpassen. 

“Ik was positief verrast om te ervaren dat het onderwerp toegankelijkheid hoog op de agenda staat van de Raad voor de Rechtspraak” 

Ik ervaar in mijn loopbaan weinig problemen vanwege mijn beperking. Beroepsmatig moet ik regelmatig naar de rechtbank en in het algemeen zijn die binnen goed toegankelijk voor mensen met een beperking. Toch kan het altijd beter. Daar zet ik mij samen met Jiska Ogier voor in. Zij is ook juriste en heeft een rolstoel. Onlangs hebben we met de Raad voor de Rechtspraak een gesprek gehad over de verbetering van de toegankelijkheid van rechtbanken. Ik was positief verrast om te ervaren dat het onderwerp toegankelijkheid hoog op de agenda staat van de Raad. Niet alleen voor mensen in een rolstoel, maar ook voor bezoekers met andere beperkingen. Het leeft echt.  

Kan ik in de rechtbank zelf meestal goed uit de voeten, het is voor mij wel moeilijk om überhaupt bij een rechtbank te komen. Er zijn soms wel invalidenparkeerplaatsen, maar ik weet nooit zeker of die ook beschikbaar zijn. Omdat ik het me als advocaat niet kan permitteren om te laat te komen bij een zitting, huur ik daarom, op eigen kosten, een student chauffeur in die mij voor de deur afzet en later weer ophaalt en mijn spullen draagt. 

Het zou mij enorm helpen als de informatievoorziening over toegankelijkheid beter zou zijn, niet alleen bij rechtbanken maar ook bij andere gebouwen. Dat ik ergens op een website en op Google Maps kan lezen of ik met mijn rolstoel een gebouw in kan en of het gebouw zelf voldoende toegankelijk is. Bijvoorbeeld of er een invaliden WC is of niet. Ook als een gebouw niet of gedeeltelijk toegankelijk is, weet ik dat graag van tevoren, zodat ik er rekening mee kan houden.” 

Interview en foto door Johan Nebbeling