Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen: iedereen heeft recht op een leven zonder geweld

25 november is de internationale dag voor het uitbannen van geweld tegen vrouwen. Op deze dag starten wereldwijd campagnes om aandacht te vragen voor geweld tegen vrouwen. De campagnes duren tot 10 december, de Internationale Dag van de Rechten van de Mens. Daarmee wordt onderstreept dat geweld tegen vrouwen een schending van mensenrechten is. 16 dagen vol acties en campagne tegen geweld tegen vrouwen verbinden deze twee dagen. 

Tekst: Iedereen heeft recht op een leven zonder geweld

Wat doet het College op 25 november 2020?

Het College voor de Rechten van de Mens doet mee aan deze acties. Deze week zal het een speciale vlag hijsen en via sociale media aandacht vragen voor geweld tegen vrouwen. Ook presenteert het College op die dag de Gids voor gemeenten: Opvang voor slachtoffers van geweld in de privésfeer als mensenrecht aan Jan van Zaanen, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en burgemeester van Den Haag.

Wat is geweld tegen vrouwen?

Geweld tegen vrouwen is een schending van de mensenrechten van vrouwen en een vorm van discriminatie. Het kan gaan om veel verschillende gedragingen zoals slaan, schoppen, seksueel geweld, kleineren, opsluiten en isoleren. Het kan incidenteel voorkomen, of structureel. Het kan gaan om geweld in het openbaar of in de privésfeer. Het geweld leidt (mogelijk) tot fysiek, seksueel of psychologisch letsel of leed of economische schade voor vrouwen.

Als we het over geweld tegen vrouwen hebben, wil dat zeggen dat het gaat om geweld dat vrouwen treft omdat zij vrouw zijn. Het komt voort uit de ongelijke machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen en stereotiepe opvattingen over rollen van vrouwen en mannen in de maatschappij én in het gezin. Bovendien houdt het geweld die machtsverhoudingen in stand. Het houdt vrouwen in een ondergeschikte positie en vormt een belemmering voor hun ontplooiing. Voorbeelden van vormen van geweld die vrouwen veel vaker treffen dan mannen, zijn geweld door een (ex-)partner, seksueel geweld, seksuele intimidatie op het werk en betastingen en aanrandingen op straat en in het uitgaansleven. Het overgrote deel van de plegers van dergelijk geweld is man.

Omvang van het probleem

Wereldwijd is geweld tegen vrouwen en meisjes een ernstig en omvangrijk probleem. Dat geldt ook voor Nederland. Het Europese Grondrechtenagentschap publiceerde in 2014 de resultaten van een groot onderzoek naar de mate waarin vrouwen in de EU te maken krijgen met verschillende vormen van geweld. In een Factsheet van Atria zijn de belangrijkste uitkomsten voor Nederland op een rijtje gezet. Geweld tegen vrouwen komt overal voor, op straat, in het openbaar vervoer en in het uitgaansleven. Het meeste geweld komt van de (ex-) partners van vrouwen. Onderzoek dat het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) in 2019 publiceerde laat zien dat in de afgelopen vijf jaar circa 747.000 mensen van 18 jaar of ouder fysiek en/of seksueel geweld in de privésfeer hebben meegemaakt. In meer dan de helft van de gevallen gaat het om geweld door een partner of ex-partner. Het merendeel van de slachtoffers van partnergeweld is vrouw: ongeveer 97.000 vrouwen tegenover ongeveer 27.000 mannen.

Taak voor de overheid

Bij geweld tegen vrouwen zijn veel mensenrechten in het geding. Het gaat onder andere om het recht op geestelijke en lichamelijke integriteit, soms zelfs het recht op leven, het recht op gezondheid, het recht op arbeid en het recht op vrijheid. Het structurele karakter en de ernst en omvang van geweld tegen vrouwen maakt dat er een taak voor de overheid ligt om er alles aan te doen om de oorzaken hiervan aan te pakken. Dat betekent dat er niet alleen maatregelen nodig zijn die specifiek gericht zijn op het bestrijden van alle vormen van geweld tegen vrouwen, maar ook maatregelen die de positie van vrouwen in de maatschappij verbeteren en die gendergelijkheid bevorderen. Dit zijn verplichtingen die in het Verdrag van Istanbul zijn vastgelegd.

Ook moet de overheid zorgen voor goede wetten en beleid. Sommige vormen van geweld moeten strafbaar zijn gesteld. Op dit moment werkt de regering aan een herziening van het Wetboek van Strafrecht, om de strafbaarstelling van verkrachting in overeenstemming te brengen met internationale standaarden. Zie hierover ook het advies van het College omtrent wet Seksuele Misdrijven.

Gendersensitief beleid nodig

Bij het maken en uitvoeren van beleid moet er altijd rekening mee gehouden worden dat de positie van vrouwen niet gelijk is aan die van mannen. Stereotiepe opvattingen over wat vrouwelijk en wat mannelijk is spelen een belangrijke rol bij geweld. Om tot structurele verbetering te komen, moet de overheid eraan bijdragen dat deze stereotiepe opvattingen over vrouwelijkheid en mannelijkheid veranderen. En ervoor zorgen dat vrouwen een sterkere positie in de maatschappij krijgen. Alleen op die manier kan geweld tegen vrouwen teruggedrongen worden.

Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat de overheid niet alleen moet zorgen voor voldoende opvang van slachtoffers voor geweld in de privésfeer, maar ook voor toegang tot hulp en ondersteuning om te herstellen na geweld. Zo nodig moet er ook juridisch en psychologisch advies financiële ondersteuning, huisvesting, onderwijs, training en ondersteuning bij het vinden van werk zijn. Het Verdrag van Istanbul heeft de verplichtingen, die ook voor Nederland gelden, vastgelegd en uitgewerkt. Gemeenten zijn daar samen met het Rijk voor verantwoordelijk. Met de publicatie van de Gids heeft het College als doel om gemeenten daarin te ondersteunen.