College oordeelt over deelname aan bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker door transman

Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde op 9 april 2020 over de toegankelijkheid van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor een transman met een baarmoeder.

Stoelen van de rechters in de zittingszaal van het College in Utrecht

Waar gaat de zaak over?

Een transman met baarmoeder wenst deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Personen die in de Basisregistratie Personen (BRP) als vrouw staan geregistreerd en tussen de 30 en 60 jaar oud zijn, worden elke vijf jaar automatisch uitgenodigd om deel te nemen. Voor transmannen met baarmoeder geldt een apart beleid: zij dienen zichzelf aan te melden. De man nam daarom contact op met de screeningsorganisatie die dit onderzoek uitvoert om zich aan te melden. De deelname aan het onderzoek verliep echter moeizaam, zowel wat betreft de aanmelding als rond de vergoeding voor de gemaakte kosten voor deelname.

De man klaagt bij het College vooral over het feit dat de screeningsorganisatie mannen niet automatisch uitnodigt voor deelname aan het onderzoek en dat voor transmannen de vergoeding voor de gemaakte kosten niet automatisch wordt verstrekt. 

Wat oordeelt het College?

Het College stelt in oordeel 2020-30 vast dat het alleen automatisch oproepen van personen die als vrouw geregistreerd zijn in de BRP voor deelname aan het bevolkingsonderzoek geen keuze is van de screeningsorganisatie. Dit volgt namelijk uit de regels die de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het RIVM voor het uitvoeren van het bevolkingsonderzoek hebben opgesteld. De screeningsorganisatie is gebonden aan deze regels en heeft geen ruimte om daarvan af te wijken. Nu de klacht van de man betrekking heeft op beleid en regels die zijn vastgesteld door andere instanties dan de screeningsorganisatie oordeelt het College dat deze grotendeels niet-ontvankelijk is.

Het College voegt daaraan toe dat een eventuele klacht over die regels van de minister en het RIVM door het College niet beoordeeld zou kunnen worden, omdat het College niet bevoegd is om zogenoemd ‘eenzijdig overheidshandelen’ te toetsen op onderscheid op grond van geslacht. Bij eenzijdig overheidshandelen gaat het, kort gezegd, om de uitoefening van overheidstaken.

Tekortschieten in de dienstverlening aan de transman

Het College oordeelt wel dat de screeningsorganisatie door haar handelwijze bij de vergoeding van de kosten voor deelname aan het bevolkingsonderzoek tekort is geschoten in haar dienstverlening aan de transman. Op een screeningsorganisatie, die op de hoogte is van het bestaan van transmannen met een baarmoeder, rust een zorgplicht om ook aan deze groep de dienstverlening vlot en soepel te laten verlopen. Het gegeven dat medewerkers van de screeningsorganisatie vrijwel nooit te maken krijgen met een situatie zoals die van de man kan niet als excuus of rechtvaardiging gelden voor hindernissen in de dienstverlening.

Aanbeveling College

In een brief aan minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beveelt het College de minister en het RIVM aan om te bezien of een aanpassing van de regelgeving en werkwijze ten aanzien van het oproepen voor deelname aan en de uitvoering van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker realiseerbaar is, waardoor het nu bestaande verschil in behandeling tussen vrouwen en transmannen met een baarmoeder zoveel mogelijk wordt weggenomen. Het College vindt het met name van belang dat hierover opnieuw wordt nagedacht, nu de regering het voornemen heeft om de regels omtrent wijziging van de geslachtsaanduiding in het BRP verder te versoepelen. Naar mag worden aangenomen zal deze verdere versoepeling leiden tot een toename van de hoeveelheid personen die als man in het BRP geregistreerd staan die beschikken over een baarmoeder.