Rechtspositie transgenders en intersekse personen versterkt

De aanscherping van de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) is per vrijdag 1 november in werking getreden. Dit houdt in dat in artikel 1 van deze wet nu expliciet staat dat ongeoorloofd onderscheid op grond van geslacht ook betrekking heeft op transgenders en intersekse personen. Het College voor de Rechten van de Mens heeft in 2015 geadviseerd deze aanpassing door te voeren.

De meerwaarde van het expliciet benoemen van transgenders en intersekse personen is dat organisaties (zoals werkgevers, scholen en sportverenigingen) er meer van doordrongen zijn dat discriminatie op grond van genderidentiteit, genderexpressie of geslachtskenmerken niet is toegestaan. De verwachting is dat betrokkenen nu vaker discriminatie durven te melden, bijvoorbeeld bij het College voor de Rechten van de Mens. Uitspraken kunnen de positie van deze groepen weer verder versterken.

Maatschappelijk belang

Discriminatie van transgenders en intersekse personen viel in Nederland al onder het verbod van onderscheid op grond van geslacht. Er was daarom geen strikt juridische noodzaak om deze gronden toe te voegen aan de AWGB. Het is echter van maatschappelijk belang om discriminatie van transgenders en intersekse personen buiten enige twijfel te stellen en zichtbaar uit te dragen. Zij hebben veel te maken met discriminatie, maar melden dat zelden.

Eerdere oordelen

De afgelopen jaren heeft het College in drie zaken geoordeeld dat sprake was van discriminatie van transgenders. Het ging om niet tijdig doorvoeren van de geslachtswijziging in de administratie van een dienstverlenend bedrijf, om discriminatie bij een sollicitatie en om discriminatie bij een sportvereniging.

Meld discriminatie

Wanneer je je als transgender, of vanwege een intersekse conditie, gediscrimineerd voelt, kun je hiervan eenĀ melding maken bij het College. Ook kun je het College vragen om een procedure te starten en daarover een onafhankelijk oordeel te geven.