In 1993 is de Internationale Alliantie van Mensenrechteninstituten (GANHRI) opgericht. GANHRI ondersteunt de nationale mensenrechteninstituten in het werken met de Verenigde Naties (VN). Het kantoor van de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) ondersteunt GANHRI.
Paris Principles
GANHRI bepaalt of een nationaal mensenrechteninstituut voldoet aan de Paris Principles. Hierin zijn regels vastgelegd waar een nationaal mensenrechteninstituut aan moet voldoen. Denk aan inhoudelijke onafhankelijkheid en een breed takenpakket op alle gebieden van de mensenrechten.
A- of B-status
Het kantoor van de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) ondersteunt GANHRI. GANHRI bepaalt of een nationaal mensenrechteninstituut voldoet aan de Paris Principles en kent een letter (A of B) toe aan het instituut. De letter komt overeen met een bepaalde status.
A-status
Het nationaal mensenrechteninstituut voldoet aan alle Paris Principles. Het is dan volwaardig lid van GANHRI en heeft het recht om te spreken op vergaderingen van de Verenigde Naties, zoals de VN-Mensenrechtenraad. Per 19 juli 2024 zijn er 90 mensenrechteninstituten met deze status, waarvan 30 in Europa. Het College voor de Rechten van de Mens heeft de A-status.
B-status
Het nationaal mensenrechteninstituut voldoet deels aan de Paris Principles. Het mag op internationaal niveau deelnemen, maar niet stemmen binnen GANHRI. 28 instituten hebben de B-status.
Beoordeling om de vijf jaar
De status van een nationaal mensenrechteninstituut wordt elke vijf jaar (opnieuw) beoordeeld of eerder als daar aanleiding toe is. Mogelijk verliest een instituut bijvoorbeeld zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de overheid. Dan kan een instituut een lagere status krijgen. De vorm van een instituut of organisatie is niet van belang. Zowel een ombudsman, commissie of instituut zoals het College voor de Rechten van de Mens kunnen een A-status krijgen.