Het College voor de Rechten van de Mens krijgt twee plaatsvervangende Collegeleden voor Caribisch Nederland: mevrouw Solange Christiaan en de heer Gerald Simmons-de Jong. De ministerraad stemde vandaag in met hun benoeming op voorstel van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Arno Rutte. De nieuwe plaatsvervangende leden van het College zijn benoemd voor een periode van drie jaar.
Een van de taken van het College is om in individuele gevallen te oordelen of er sprake is van discriminatie. De basis daarvoor ligt in de zogenaamde gelijkebehandelingswetgeving. Die gelijkebehandelingswetgeving geldt naar verwachting vanaf 1 januari 2026 ook voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Christiaan en Simmons-de Jong zullen in lijn daarmee oordelen over discriminatieklachten op de eilanden.
Verder uitbouwen rol College in Caribisch Nederland
Beide plaatsvervangende Collegeleden brengen een brede (juridische) kennis en ervaring in het Caribisch deel van Nederland met zich mee. Met hun komst breidt het College zijn werkzaamheden en expertise in Caribisch Nederland verder uit.
Solange Christiaan is al tien jaar werkzaam als rechter bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Daarvoor heeft zij als rechter op verschillende plekken gewerkt in Europees Nederland, en als advocaat bij Houthoff Buruma N.V. in Rotterdam. Ze is ook docent aan de Universiteit van Curaçao en bestuurslid bij de Stichting Shimaruku. Die stichting zet zich in voor kwetsbare kinderen en jonge moeders in Ser’i Papaya op Curaçao.
Gerald Simmons-de Jong is oprichter en managing partner van advocaten- en consultancykantoor DEJONG. Dit kantoor doet werk op Sint Maarten, Sint Eustatius, Saba en Aruba. Simmons-de Jong is ook actief lid van de Caribbean Mediators Association, waarvoor hij jaarlijks gemiddeld 15 arbeidsbemiddelingen doet. In het verleden werkte hij ook jarenlang als rechter-plaatsvervanger voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. En als bestuursadviseur bij het Openbaar Lichaam Saba. Voor die laatste organisatie werkte hij onder andere al aan het invoeren van de gelijke behandelingswetgeving in Caribisch Nederland.