Afgelopen zondag 17 augustus was het Tula-dag of Dia di Lucha pa Libertat. Dat laatste betekent: de Dag van de Strijd voor Vrijheid. Op 17 augustus 1795 vond onder leiding van verzetsheld Tula namelijk de grootste opstand van tot slaaf gemaakten plaats op Curaçao – een belangrijke dag in de geschiedenis van het trans-Atlantische slavernijverleden. Tegenwoordig herdenken we op deze dag de duizenden tot slaaf gemaakten die in opstand kwamen: hun moed, verzet en strijd voor vrijheid en gelijkheid. Het College wil stilstaan bij het verhaal achter deze dag én hoe dit doorwerkt in wat er vandaag de dag in het Caribisch deel van Nederland leeft.

Read this article in English

Lesa e artíkulo akí na papiamentu

Beeld: © Roëlton Thodé / Roëlton Thodé

Koloniaal gebouw in Caribisch deel van Nederland

Opstand met gruwelijke gevolgen voor verzetshelden

Geïnspireerd door een grote opstand op Haïti kwamen de tot slaaf gemaakten in Curaçao ook zelf in opstand tegen de plantagehouders. De opstand begon 17 augustus vroeg in de ochtend met een groep van ongeveer 50 tot slaaf gemaakten op de plantage Kenepa in Bandabou, in het westen van het eiland. Bij het huis van hun “eigenaar”, Van Uytrecht, gaven ze aan niet meer te willen werken en eisten ze hun recht op vrijheid. Onder leiding van Tula, samen met Bastiaan Carpata, Pedro Wacao, Louis Mercier en Sablika, trokken de tot slaaf gemaakten van plantage naar plantage over het hele eiland naar Willemstad toe. Daar hoopten ze de gouverneur te kunnen spreken. Onderweg sloten steeds meer tot slaaf gemaakten zich bij de groep aan, met uiteindelijk zo’n 2000 mensen in totaal.

Deze opstand had gruwelijke gevolgen voor de leiders van de strijd. Het toenmalige koloniale bestuur probeerde de opstand te onderdrukken. Hun eerste poging mislukte, waarna zij het leger besloten in te zetten. Met een bloedige strijd van bijna een maand tot gevolg. Tula en Carpata werden uiteindelijk opgepakt: zij werden gemarteld en uiteindelijk onthoofd. Hun hoofden werden op een gruwelijke manier tentoongesteld om anderen af te schrikken.

Eerherstel voor moedige strijders

Curaçao heeft in 2010 Tula en de andere strijders van deze dag, die voorheen bekend stonden als misdadigers, erkend als verzetshelden. In 2023, 228 jaar na de opstand, ontvangt Tula van de Nederlandse regering ook officieel eerherstel als verzetsheld.

De opstand heeft niet direct tot afschaffing van de slavernij geleid, maar is zonder twijfel een historische dag, die symbool staat voor strijden voor vrijheid. De tot slaaf gemaakten verzetten zich tegen hun onderdrukking, en betaalden daar een hoge prijs voor. Deze opstand toont de ongekende moed van de strijders en de zware offers die zij brachten om zelf richting te geven aan hun bestaan.

Verschillende vormen van verzet, ook op de andere eilanden

De opstand van 17 augustus 1795 op Curaçao, de grootste in zijn soort, is een krachtig voorbeeld van het verzet van tot slaaf gemaakten. Ook op andere eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk speelde hun strijd een grote rol. Zo vluchtten tientallen mensen van Sint Maarten en Sint Eustatius naar Britse eilanden in de buurt, waar slavernij in 1834 was afgeschaft. In 1848 kwamen de tot slaaf gemaakten op Sint Maarten in opstand en eisten zij dezelfde rechten die golden in het Franse deel van het eiland.

Het verzet kende vele vormen. Naast grote opstanden was er ook dagelijks, kleiner verzet. Mensen verstopten zich, liepen tijdelijk weg of protesteerden door muziek te maken en verhalen te vertellen. Al deze vormen van verzet tonen niet alleen de moed van de tot slaaf gemaakten, maar ook hun vastberadenheid om hun lot niet zomaar te aanvaarden – ondanks het gevaar en de zware straffen

Een strijd die zich tot de dag van vandaag voordoet

Het slavernijverleden heeft veel doorwerkingen die in de huidige maatschappij zichtbaar en voelbaar zijn. Structurele ongelijkheid en discriminatie is er nog altijd, zowel in het Europese als het Caribische deel van Nederland. Denk hierbij aan economische ongelijkheid, door generaties van uitsluiting van economische groei. Of aan ongelijke toegang tot werk door raciale discriminatie op de arbeidsmarkt, onderwijsachterstanden en uitsluiting op de woningmarkt.

De tot slaaf gemaakten streden voor hun vrijheid en voor gelijkheid. Dat is een strijd die nog altijd opgaat voor de inwoners van Caribisch Nederland. Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn sinds 2010 onderdeel van Nederland als Caribisch Nederland. Hierbij horen alle inwoners gelijke rechten te hebben, maar in de praktijk is dit nog niet het geval. Sinds 2010 is de Nederlandse regering verantwoordelijk voor het invoeren van wetten en verdragen op de eilanden. De regering besloot toen om niet meteen alle wetgeving van Europees Nederland te laten gelden in Caribisch Nederland. Door deze legislatieve terughoudendheid is de wetgeving in Caribisch Nederland vaak verouderd. Of zijn belangrijk mensenrechtenverdragen (nog) niet van toepassing. Daardoor zijn de burgers van Caribisch Nederland op een ongelijke manier beschermd tegenover de inwoners van Europees Nederland. Met andere woorden: de strijd voor gelijkwaardigheid speelt nog steeds.