Voor het eerst oordeelt het College dat de Dienst Toeslagen direct onderscheid heeft gemaakt op grond van ras bij de controle en terugvordering van kinderopvangtoeslag. Eerder oordeelde het College al negentien keer dat er sprake was van indirect onderscheid. Nu blijkt dat herkomst zelf een rol speelde in de werkwijze van de Dienst. 

Beeld: © ANP/ Hollandse Hoogte / Laurens Van Putten

Wat is er gebeurd?

Een vrouw met de Nederlandse en Turkse nationaliteit vroeg kinderopvangtoeslag aan voor de opvang van haar kind. Ze kreeg meerdere jaren voorschotten, totdat de Dienst Toeslagen besloot deze volledig terug te vorderen. Aanleiding was een fraudeonderzoek naar het gastouderbureau waar de vrouw bij aangesloten was. 

Volgens de Dienst voldeed het opvangcontract niet aan de regels en zou de vrouw niet kunnen aantonen dat ze de opvangkosten daadwerkelijk had betaald. De vrouw vermoedde dat haar Turkse achtergrond meespeelde bij de controles, de terugvorderingen en het stoppen van haar toeslag.  

Herkomst als aanwijzing voor fraude

In het onderzoek van het College komt naar voren dat de Dienst in een rapport de verdenkingen beschrijft en vooraf afweegt of er nader onderzoek plaatsvindt. Herkomst wordt benoemd als mogelijke indicator voor fraude. In het rapport wordt gesproken over de Turkse gemeenschap, waarin opvang door bekenden als 'vriendendienst' zou worden gezien. Daarbij wordt de suggestie gewekt dat deze cultuurverschillen kunnen leiden tot misbruik van toeslagen. 

Aan het dossier van de vrouw werd ten onrechte een interne code ‘verblijfsstatus’ gekoppeld. Deze code wordt gebruikt voor mensen zonder recht op toeslagen vanwege hun verblijfsstatus, terwijl zij de Nederlandse nationaliteit heeft. De Dienst kon niet uitleggen waarom deze code in haar dossier stond. Het College concludeert dat er voldoende aanwijzingen zijn dat haar Turkse herkomst een rol speelde bij de controle en terugvordering van de toeslag, en dat dit niet is weerlegd door de Dienst. Het College oordeelt daarom dat de Dienst Toeslagen in deze zaak direct onderscheid op grond van ras heeft gemaakt. 

Direct versus indirect onderscheid

Volgens het College is in deze zaak sprake van direct onderscheid: de vrouw is vanwege haar herkomst anders behandeld dan anderen in een vergelijkbare situatie. Dat is verboden. Eerder concludeerde het College in negentien andere oordelen dat de Dienst indirect onderscheid op grond van ras maakte. Daarbij gaat het om neutrale regels die in de praktijk vooral mensen met een migratieachtergrond benadelen. 

Bij direct onderscheid wordt iemand anders behandeld op grond van een van de discriminatiegronden uit de wet.  Bij indirect onderscheid wordt onderscheid gemaakt op een neutrale grond, maar pakt het in de praktijk oneerlijk uit voor groepen die juist door de wet beschermd worden. In het Vooronderzoek naar de vermeende discriminerende effecten van de werkwijzen van de Belastingdienst/Toeslagen, waarin het toeslagenschandaal breder is onderzocht, werd al vastgesteld dat mensen met een buitenlandse achtergrond vaker hard werden getroffen door de werkwijze van de Dienst.