Nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten: onvoldoende balans tussen veiligheid en privacy

Het voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) heeft grote gevolgen voor de privacy van iedereen in Nederland. Ook de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid kunnen in gevaar komen. Een wetsvoorstel dat zulke gevolgen heeft op mensenrechten mag niet worden ingevoerd zonder goede wettelijke bescherming tegen misbruik en stevig toezicht. En hierin schiet het wetsvoorstel te kort vindt het College.

Woensdag 8 februari debatteert de Tweede Kamer over dit wetsvoorstel, waarin de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten flink worden uitgebreid. Zo maakt het wetsvoorstel het voor de veiligheidsdiensten mogelijk om op veel grotere schaal dan nu alle vormen van telecommunicatie te onderscheppen. Denk hierbij aan het aftappen van telefoon- en e-mailverkeer of aan het opvangen van berichten op social media. De diensten krijgen ook meer mogelijkheden om computers binnen te dringen.

In 2015 heeft het College al een kritisch advies gegeven over een eerdere versie van het wetvoorstel. Sindsdien is het wetsvoorstel op een aantal punten gewijzigd. De huidige tekst van het wetsvoorstel zorgt al voor een betere bescherming van de mensenrechten. En de toelichting die de regering heeft gegeven naar aanleiding van vragen uit de Tweede Kamer zorgt voor extra duidelijkheid over de omvang van de nieuwe afluisterbevoegdheden. Daar is het College blij mee. Toch komt het College tot de conclusie dat het toezicht en de bescherming nog steeds niet stevig genoeg geregeld zijn. Er is nog steeds geen goede balans tussen privacy en veiligheid. En daar ligt de uitdaging in dit wetsvoorstel.

Ter voorbereiding op het debat zet het College in een brief aan de Tweede Kamer de nog bestaande knelpunten en onduidelijkheden op een rij. Het is vooral belangrijk dat de positie van de onafhankelijke toezichthouder (de CTIVD) wordt versterkt. Deze instantie moet de bevoegdheden krijgen om effectief toezicht uit te voeren gedurende de daadwerkelijke uitvoering van de operaties door de diensten. En de wet moet op een paar plaatsen aangescherpt om de CTIVD heldere normen voor dat toezicht te bieden.