Wettelijke taken

De wettelijke taken van het College zijn vastgelegd in de Wet College voor de Rechten van de Mens. Het mandaat van het College heeft ook betrekking op Caribisch Nederland (de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Dit geldt voor alle taken van het College, behalve de oordelende taak op het gebied van gelijke behandeling. 

Stoelen van de rechters in de zittingszaal van het College in Utrecht

Uitgangspunten

Bij het uitvoeren van de wettelijke taken hanteert het College de volgende uitgangspunten: 

  1. Het College vervult zijn taak in onafhankelijkheid. Het College stelt zijn eigen agenda vast en bepaalt zelf de vorm en de inhoud van zijn uitingen. Het College voert zijn taken uit in onafhankelijkheid van regering, parlement en overheid en in onafhankelijkheid van organisaties uit het maatschappelijk middenveld. 

  1. Het College opereert krachtig, met rechte rug: het is onverschrokken. 

  1. Het College verricht zijn taken weliswaar onafhankelijk, maar in voortdurende verbinding met partners uit het maatschappelijk middenveld, de wetenschap en de overheid. 

  1. Het College is toegankelijk. We zoeken steeds de dialoog, waardoor organisaties en mensen hun opvattingen kenbaar kunnen maken. 

  1. Het College opereert zo transparant mogelijk. Onderzoeken, adviezen, alle oordelen en alle andere rapporten zijn openbaar. Daarnaast zorgt het College ervoor dat de manier waarop de organisatie de taken uitoefent, door anderen (bijvoorbeeld het parlement) goed is te volgen. Daarnaast publiceert het College een jaarverslag waarin het ook financiële verantwoording aflegt. 

  1. Het College staat open voor kritiek en is aanspreekbaar op zijn fouten. 

  1. Het College handelt alleen als zijn werk toegevoegde waarde heeft. 

  1. Het College kiest voor een actieve, maar onpartijdige opstelling in het maatschappelijke (publieke) debat.