Op 2 december staat de wereld stil bij de Internationale Dag voor de Afschaffing van de Slavernij. Op deze dag zien we niet alleen de historische werkelijkheid van slavernij onder ogen, maar ook de doorwerking ervan. Ongelijkheden die samenlevingen blijven vormen, ook de Nederlandse.
Beeld: © Roëlton Thodé / Roëlton Thodé
The Old Slave Path in Oranjestad, Sint-Eustatius
Voor Nederland heeft deze dag een bijzondere betekenis. De afschaffing van de slavernij in 1863 maakte formeel een einde aan een systeem dat talloze mensen hun vrijheid, waardigheid en menselijkheid ontnam. Maar de gevolgen van eeuwenlange raciale hiërarchie, dwangarbeid en uitbuiting verdwenen niet met een wetswijziging. Patronen van uitsluiting, ongelijke kansen en stereotypering die in deze geschiedenis geworteld zijn, maken ook in 2025 nog deel uit van de werkelijkheid.
Erkenning en verantwoordelijkheid
In de afgelopen jaren heeft Nederland belangrijke stappen gezet in de erkenning van dit verleden. De formele excuses van de regering, de oprichting van een Nationaal Slavernijmuseum en investeringen in bewustwording passen in deze ontwikkeling. Vanuit mensenrechtenperspectief is erkenning niet alleen symbolisch: het is een vorm van herstel.
Wanneer een staat onrecht erkent, verantwoordelijkheid neemt en de feiten benoemt, bevestigt zij de waardigheid van de mensen die zijn getroffen, en die van hun nazaten. Het versterkt bovendien het mensenrechtenkader door publiekelijk te erkennen dat alle mensen gelijk zijn in waarde en rechten. Dit helpt de denkbeelden en hiërarchieën die slavernij ooit rechtvaardigden tegen te gaan: denkbeelden die soms nog steeds doorwerken.
Tegelijkertijd moet erkenning gepaard gaan met andere vormen van herstel. Onderwijs, dialoog, betekenisvolle beleidsmaatregelen en juridische bescherming spelen allemaal een rol bij het bevorderen van gelijkwaardigheid.
Herdenking en participatie
Herstel vraagt meer dan financiële middelen of symbolische daden. Het vraagt om blijvende inzet, dialoog, educatie en betrokkenheid van nazaten van tot slaaf gemaakten en hun gemeenschappen. Hun stemmen zijn essentieel voor het vormgeven van herdenkings- en herstelbeleid.
Onderwijs speelt hierin een cruciale rol. Gebrek aan kennis kan steun voor noodzakelijke maatregelen verminderen en inspanningen om discriminatie en stereotypen tegen te gaan belemmeren. Versterking van onderwijs over de geschiedenis van slavernij en kolonialisme, en de gevolgen daarvan in het heden, is daarom niet alleen een historische verantwoordelijkheid, maar ook een voorwaarde voor gelijke rechten.
Nederland heeft stappen gezet door bewustwordingsinitiatieven, onderwijsprogramma’s en de ontwikkeling van een slavernijmuseum, maar aandacht en samenwerking blijven noodzakelijk. Inzicht in de geschiedenis en de nasleep van slavernij helpt in de strijd tegen racisme en discriminatie. Het maakt zichtbaar hoe structuren van ongelijkheid zijn ontstaan en hoe deze kunnen worden doorbroken.
Een mensrechtelijk perspectief
Voor het College voor de Rechten van de Mens brengt de erkenning van slavernij als ernstige schending van mensenrechten een blijvende verantwoordelijkheid met zich mee. Excuses kunnen het onrecht niet ongedaan maken, maar ze kunnen wel de basis leggen voor verandering. Door publiekelijk onrecht te erkennen en de gelijke waardigheid van ieder mens te bevestigen, wordt het principe versterkt dat niemand ooit opnieuw mag worden gedehumaniseerd of uitgesloten.
Het College benadrukt daarom het belang van bewustwording, educatie en inclusie bij het aanpakken van de doorwerking van het koloniale verleden. Deze inspanningen dragen bij aan het realiseren van het recht op gelijke behandeling en non-discriminatie: rechten die toekomen aan iedereen in het Koninkrijk, ongeacht herkomst, kleur of geschiedenis.
Op weg naar blijvende gelijkheid
Echte gelijkheid vraagt meer dan woorden. Het vergt voortdurende inzet, samenwerking en de bereidheid om te erkennen hoe het verleden het heden vormt. De Internationale Dag voor de Afschaffing van de Slavernij is niet alleen een moment van herdenking, maar ook een herinnering aan gedeelde verantwoordelijkheid.
Het College levert hieraan een bijdrage door educatie en voorlichting over discriminatie en de vooroordelen die daaraan ten grondslag liggen. Het bevordert kennis over mensenrechten via campagnes, trainingen en publieksinformatie, en houdt toezicht op de naleving van de gelijkebehandelingswetgeving door individuele discriminatieklachten te beoordelen.
Zo helpt het College ervoor te zorgen dat de erfenis van de slavernij meeweegt in de voortdurende inzet voor gelijke waardigheid en gelijke behandeling voor iedereen in het Koninkrijk.