College oordeelt over het uiten van politieke opvattingen: wanneer is iets een politieke gezindheid? 

Verdieping

De Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) verbiedt discriminatie op grond van politieke gezindheid. Maar wanneer is iets een politieke gezindheid? En wanneer kun je in discriminatiezaken een beroep doen op die grond? We leggen het uit aan de hand van twee recente zaken waarbij er consequenties zaten aan het posten van politieke opvattingen op sociale media.  

Twee handen houden een mobiele telefoon vast

Niet elk politiek standpunt of mening is een politieke gezindheid in de zin van de wet. Daarvoor is het nodig dat het gaat om een bredere overtuiging over de manier waarop de samenleving bestuurlijk en sociaal wordt ingericht, die door meerdere mensen gemeenschappelijk wordt gedeeld. Dat iemand een politieke gezindheid heeft, moet blijken uit het gedrag, bijvoorbeeld doordat diegene lid is van een partij of zich politiek uit. 

Wat is er gebeurd? 

Onlangs kreeg het College twee keer het verzoek om een oordeel te geven over de grond politieke gezindheid. In beide zaken voelden de personen zich gediscrimineerd na het posten van politieke opvattingen op sociale media. In de ene zaak oordeelt het College dat de persoon wel een beroep kan doen op de grond politieke gezindheid en in de andere zaak niet. Waar zit het verschil?  

Geannuleerde boeking vanwege vermeende politieke opvattingen  

Een man boekt een kamer in een bed and breakfast. Na de boeking zoekt de eigenaar van de bed and breakfast de man online op. Daar vindt hij uitlatingen en posts van de man over het conflict tussen Israël en Hamas. Op basis van de online uitingen, vraagt de eigenaar aan de man of hij zijn boeking wil annuleren. De man laat zijn boeking staan en ontvangt een paar dagen later een annulering van zijn boeking via de bed en breakfast zelf.   

De man vindt dat de eigenaar van de bed and breakfast hem discrimineert vanwege zijn posts. De man geeft hierbij aan dat hij gepensioneerd theoloog is en juist geïnteresseerd is in het Jodendom. Hij is betrokken bij organisaties vanuit de wens om hulp te bieden aan onderdrukte Palestijnse christenen. Hij is van mening dat de huidige oorlogsregering van Israël de mensenrechten van Palestijnen schendt, maar hij is niet antisemitisch of anti-Israël. Daar zit een fundamenteel verschil tussen. De eigenaar van de bed and breakfast is het hier niet mee eens. Hij zegt uit de posts van de man te hebben kunnen opmaken dat de man antisemitisch is. Met antisemitisme wordt kortgezegd ‘haat jegens of negatieve ideeën en beeldvorming over Joden vanwege het Joods zijn’ bedoeld.  

Ontslag vanwege politieke posts op LinkedIn  

In deze zaak gaat een man, die is geboren in Gaza, in augustus 2023 een arbeidsovereenkomst aan met een IT-bedrijf. Ze spreken af dat de man half oktober met zijn werk begint. Op 7 oktober escaleert het conflict tussen Israël en Hamas. In de dagen daarna plaatst de man ongeveer 90 (re)posts op LinkedIn, zoals “I am Palestinian. I stand with Palestine. I stand against the occupying aggressor” en “The western control over the narrative is almost as criminal as the non-stop bombing of Gaza.” Op 10 oktober 2023 voert een HR-medewerker van het bedrijf een gesprek met de man over het gebruik van LinkedIn. In de week erop plaatst de man nog zo’n 45 ‘Pro-Palestina’-berichten op LinkedIn. Een aantal dagen later beëindigt de werkgever de arbeidsovereenkomst met de man.  

De man vindt dat het bedrijf hem discrimineert omdat hij vanwege zijn op LinkedIn geuite politieke opvattingen is ontslagen. Het bedrijf is het niet met hem eens. Het bedrijf zegt dat het haar niet om de inhoud van zijn posts op LinkedIn gaat maar dat het haar er om gaat dat de man LinkedIn niet gebruikt zoals het bedrijf dat voorschrijft, alleen voor zakelijk gebruik.  

Kunnen de mannen een beroep doen op de grond politieke gezindheid?

Geannuleerde boeking vanwege vermeende politieke opvattingen  

In deze zaak denkt de eigenaar van de bed and breakfast dat de man antisemitisch is. Hoewel dit niet zo is, heeft de eigenaar van de bed and breakfast de posts van de man wel op deze manier geïnterpreteerd. Ook een politieke gezindheid die aan iemand anders wordt toegeschreven, wordt door de wet beschermd. Maar haat jegens Joden of negatieve ideeën en beeldvorming over Joden vanwege het Joods zijn - antisemitisme - kan niet worden aangemerkt als een politieke gezindheid. Hoewel er discussie bestaat over de precieze, juridische definitie van antisemitisme, is antisemitisme op zichzelf geen politieke overtuiging. Het is namelijk geen brede, omvattende zienswijze over hoe een maatschappij ingericht zou moeten worden. Het College oordeelt daarom dat het toegedichte antisemitisme aan de man niet kan gelden als een – toegeschreven - politieke gezindheid in de zin van de wet. Daarom kan de man geen beroep doen op de bescherming van de grond politieke gezindheid van de Awgb.  

Lees het hele oordeel (2024-50).

Verbod op discriminatie 

Discriminatie is wettelijk verboden in Nederland. Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet bepaalt dat niemand die zich in Nederland bevindt gediscrimineerd mag worden. Het recht op non-discriminatie staat ook in verschillende Europese en internationale mensenrechtenverdragen. In het Wetboek van Strafrecht zijn ook discriminatieverboden opgenomen als misdrijven tegen de openbare orde.  Het opzettelijk beledigen van een groep mensen op grond van hun identiteit, en het aanzetten tot discriminatie, haat of geweld tegen mensen vanwege hun (vermeende) 'ras’ (etnische afkomst) of geloof is strafbaar. Burgers die menen dat een uiting antisemitisch, islamofoob of anderszins discriminerend is kunnen daarvan aangifte doen bij de politie. Het is aan het Openbaar Ministerie (OM) om te bepalen of de specifieke uiting of gedraging inderdaad strafbaar is.

Daarnaast werkt Nederland op dit moment aan de implementatie van nieuwe EU-wetgeving: de EU Digital Services Act (DSA), die socialemediabedrijven (online platforms zoals LinkedIn, Instagram en X e.d.) verplicht om actief te modereren op hun platforms en haatdragende berichten en nepnieuws te verwijderen. 

Ontslag vanwege politieke posts op LinkedIn  

In deze zaak is de man van mening dat Palestina vrij en onafhankelijk moet zijn. De man vindt dat het aan de Palestijnen in Palestina is - in het midden latend wat hiervan de geografische grenzen zijn - om te bepalen hoe hun samenleving wordt ingericht. Dit is een opvatting die door velen gedragen wordt, in het bijzonder door mensen van Palestijnse afkomst, zoals de man. 

Op 7 oktober 2023 escaleerde het Israëlisch-Palestijns conflict na een aanval van Hamas vanuit de Gazastrook op Israëlische burgers. De Israëlische belegering en blokkade die daarop volgde leidt nu tot een catastrofale mensenrechtelijke situatie voor de inwoners van de Palestijnse gebieden. Dit is in de ogen van de man vooral Israël als bezettingsmacht te verwijten, gesteund door de Verenigde Staten en andere westerse landen. De man geeft hieraan uiting door het plaatsen van posts op LinkedIn waarin hij zijn afschuw over het lot van de Palestijnen duidelijk maakt. Het College merkt dit aan als uitingen vanuit zijn politieke gezindheid. Daarom kan de man bescherming ontlenen aan de grond politieke gezindheid van de Awgb. 

Lees het hele oordeel (2024-48)

Discriminatie? 

Omdat in de zaak van de bed and breakfast de grond politieke gezindheid niet aan de orde is, kan daarom geen sprake zijn van discriminatie op deze grond. Dat is dan ook het oordeel van het College in deze zaak. 

In zaak over de arbeidsovereenkomst is dat anders. Deze man kan wel een beroep doen op de grond politieke gezindheid. Het College beoordeelt in deze zaak dan ook of er sprake is van discriminatie op deze grond. Daarbij gaat het College uit van de volgende feiten: de man plaatst tussen 7 en 10 oktober 2023 90 ‘pro-Palestina’ (re)posts op LinkedIn. Op 10 oktober 2023 praat een HR-medewerker met de man over zijn LinkedIn-posts. Zij vraagt hem ook naar zijn omgang met Israëlische collega’s, en vraagt of hij zijn posts wil verwijderen. In de week erop plaatst de man ongeveer 45 ‘pro-Palestina’ (re)posts op LinkedIn. Daarna belt de HR-medewerker de man op en zegt dat zijn LinkedIn posts consequenties hebben voor het dienstverband en dat hij ontslagen wordt. Het bedrijf stuurt de man een ontslagbrief waarin staat dat zijn ‘sterke persoonlijke meningen (‘strong personal opinions’) zorgen voor ‘aanzienlijk ongemak’ (‘significant unease') bij de teamleden.  

Volgens het College blijkt uit de gespreksonderwerpen van de HR-medewerker en de woorden in de ontslagbrief dat het bedrijf de man ontslagen heeft vanwege de inhoud van zijn posts op LinkedIn. Het standpunt van het bedrijf, dat het haar niet om de inhoud van zijn berichten ging, maar dat zij het de man aanrekende dat hij LinkedIn niet alleen voor zakelijke berichten gebruikt, volgt het College niet. Dit maakt het bedrijf namelijk niet aannemelijk. Omdat de man met de inhoud van zijn posts op LinkedIn uiting heeft gegeven aan zijn politieke gezindheid oordeelt het College dat het bedrijf de man gediscrimineerd heeft vanwege zijn politieke gezindheid bij het beëindigen van het dienstverband.  

Hoe raakt dit aan mensenrechten in Nederland? 

De ontwikkelingen in het Midden-Oosten werken door in de Nederlandse samenleving (Mensenrechten in Nederland ten tijde van het geweldsconflict Israël-Hamas). Sinds het uitbreken van de oorlog zijn er verschillende signalen over onrust en gevoelens van onveiligheid binnen de joodse gemeenschap en de moslimgemeenschap in Nederland. Dat heeft gevolgen voor de uitoefening van verschillende mensenrechten. Het is belangrijk dat mensen hun meningen en emoties over het conflict op een vreedzame manier kunnen uiten en solidariteit kunnen tonen met de directe slachtoffers. In Nederland kunnen mensen in beginsel uiting geven aan hun zorgen door gebruik te maken van verschillende grond- en mensenrechten zoals demonstratievrijheid, het petitierecht en vrijheid van meningsuiting. Het gebruik van deze rechten mag niet leiden tot uitsluiting, discriminatie, bedreiging of benadeling. Ook mogen uitingen van protest of solidariteit zelf niet vervallen in discriminatie of aanzetten tot geweld.  

Discriminatie melden

Als je het vermoeden hebt dat je bent gediscrimineerd op grond van politieke gezindheid, dan kun je alleen bescherming van de Awgb inroepen als het gaat om discriminatie op de volgende terreinen:  

  • Arbeid
    Bijvoorbeeld hoe je behandeld wordt op het werk, bij de werving en selectie, bemiddeling, ontslag, arbeidsvoorwaarden en promotie. Dit geldt onder meer voor werknemers, sollicitanten, vrijwilligers, uitzendkrachten, oproepkrachten en stagiaires.  
  • Goederen en diensten 
    Bijvoorbeeld op het gebied van wonen, welzijn, gezondheidszorg, cultuur, onderwijs, financiële dienstverlening, verzekeringsdiensten, winkelen, sporten en uitgaan. Dit geldt onder meer voor consumenten, patiënten, studenten, scholieren en leerlingen.  
  • Het vrije beroep
    Bijvoorbeeld freelancers en zelfstandig ondernemers.
  • Lidmaatschap vakbond of vereniging van beroepsgenoten   
  • Sociale bescherming
    Bijvoorbeeld bij uitkeringen of studiefinanciering. Dit geldt voor mensen die vinden dat onderscheid is gemaakt op grond van ras bij de sociale bescherming. 

Heb je het vermoeden dat je bent gediscrimineerd op een van deze terreinen? Dan kun je het College vragen om de situatie te beoordelen. Het College kan in zo’n geval een onderzoek instellen naar de situatie, een hoorzitting houden en uiteindelijk een oordeel uitspreken of er in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving is gehandeld. 

Meld discriminatie