Toegang tot zorg en het verbod van discriminatie: hoe zit dat?

Verdieping

Op 24 februari oordeelde het College dat Stichting GGZ Momentum een man met psychosegevoeligheid niet discrimineerde door hem af te wijzen voor verslavingsbehandeling. Dit roept de vraag op: wat kunnen het VN-verdrag handicap en de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte voor jou betekenen als je vermoedt dat je anders wordt behandeld, bijvoorbeeld door vanwege een langdurige psychische kwetsbaarheid?

Recht op hoogst haalbare niveau gezondheidszorg

Volgens artikel 25 in het VN-verdrag handicap hebben mensen met een beperking recht op het hoogst haalbare niveau van gezondheidszorg. Zonder discriminatie op grond van hun beperking. Ze hebben recht op hetzelfde aanbod van gezondheidszorg en zorgprogramma’s met dezelfde kwaliteit als mensen zonder beperking. Hier moet de overheid maatregelen voor nemen. Ook moet de overheid ervoor zorgen dat mensen met een beperking speciale diensten krijgen die zij vanwege hun beperking nodig hebben, zoals persoonlijke ondersteuning en fysiotherapie. Tot slot moet de overheid van vakspecialisten in de gezondheidszorg eisen dat zij aan mensen met een beperking dezelfde kwaliteit zorg verlenen als aan anderen. Dat een bepaalde beperking het verlenen van zorg of het uitvoeren van een behandeling ingewikkelder maakt, mag niet betekenen dat die zorg of behandeling reeds bij voorbaat uitgesloten wordt.  

Discriminatie verboden

Het is bij wet verboden om iemand vanwege een beperking of chronische ziekte te discrimineren. Denk bijvoorbeeld aan het van te voren (categorisch) uitgesloten worden tot het krijgen van zorg of geen toegang hebben/krijgen tot toegankelijke informatie. Of bepaalde vormen van bejegening. Het verbod op discriminatie is vastgelegd in de Grondwet, en ook in de Wet gelijke behandeling handicap/chronische ziekte (Wgbh/cz) en het VN-verdrag handicap. 

Wat kan het College voor jou betekenen?

Het VN-verdrag handicap zegt dus dat de Nederlandse overheid allerlei maatregelen moet nemen om goede zorg voor mensen met een beperking te garanderen. Daarnaast is het bij wet verboden om te discrimineren. Het College monitort de uitvoering van het VN-verdrag in Nederland en ontvangt daarover graag informatie en signalen van mensen met een beperking of psychische kwetsbaarheid en hun organisaties.

Hoewel het College in deze zaak oordeelde dat er geen verboden onderscheid was gemaakt, kan dat in andere zaken anders liggen. Het is altijd mogelijk om contact op te nemen met het College. Soms zal het College alleen een melding kunnen noteren. Soms zal het College onderzoek instellen naar de vraag of er verboden onderscheid is gemaakt.