Werken of naar school gaan, sporten, boodschappen doen, met vrienden naar de bioscoop. Het hoort allemaal bij het dagelijks leven. Toch is dit voor ruim 2 miljoen mensen met een (on)zichtbare beperking in ons land niet altijd zo vanzelfsprekend. 

Sinds 2016 geldt het VN-verdrag handicap in Nederland. Het doel van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van de mensenrechten van mensen met een beperking. In het verdrag staat wat de overheid moet doen om dit te realiseren. Het College is toezichthouder op de uitvoering van het VN-verdrag handicap en kijkt of iedereen in Nederland zich aan de afspraken houdt.

0:00
0:00
/
0:00

Actualiteit 

Volgens het VN-verdrag handicap moeten mensen met een beperking volwaardig mee kunnen doen aan onze samenleving. Net als ieder ander. Sinds de ratificatie van het verdrag in 2016 zijn er stappen in de goede richting gezet, maar we zijn er nog lang niet. Zo bleek uit onze jaarlijkse rapportage uit 2024 dat het zelfstandig digitaal regelen van overheidszaken, zorg, onderwijs en bankzaken nog steeds vaak moeilijk of zelfs onmogelijk is voor mensen met een beperking. Mensen kunnen bijvoorbeeld informatie niet tot zich nemen omdat er bij filmpjes geen ondertiteling is, een formulier niet invullen omdat een site niet zonder muis te gebruiken is en geen afspraak maken met hun zorgverlener omdat een patiëntenomgeving niet toegankelijk is.

Mensenrechten in de praktijk 

Autonomie, gelijkheid en participatie 

Belangrijke grondbeginselen van het verdrag zijn autonomie (zelfstandigheid  ), gelijkheid en participatie. Het verdrag bepaalt onder andere dat mensen met een beperking het recht hebben om zelfstandig te wonen, naar school te gaan, het openbaar vervoer te gebruiken of aan het werk te zijn. Ook staat in het verdrag dat mensen met een beperking zelfstandig besluiten moeten kunnen nemen, bijvoorbeeld over geldzaken. En dat zij ondersteund moeten worden als zij daartoe niet in staat zijn.    

Sociaal model

Het VN-verdrag handicap gaat uit van het sociaal model. Dit betekent dat een beperking niet gezien wordt als een individueel probleem, maar dat een beperking vooral ontstaat door de ontoegankelijkheid van de samenleving.  

In wetgeving vastgelegd 

Om te voldoen aan het verdrag zijn bij de inwerkingtreding van het verdrag verschillende wetten aangepast. Zo staat het recht om niet gediscrimineerd te worden op grond van een beperking in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Deze wet is ook van toepassing op aanbieders van goederen en diensten, zoals een winkel of een restaurant. Een andere wet die is aangepast is de Kieswet. Hierin staat nu dat alle stemlokalen in de gemeente zodanig gelegen, ingericht en uitgerust moeten zijn, dat mensen met een lichamelijke beperking zoveel mogelijk zelfstandig hun stem kunnen uitbrengen. 

Activiteiten van het College  

Wat is de rol van het College? 

Het College is aangewezen als onafhankelijk toezichthouder op de uitvoering van het verdrag in Nederland. Als toezichthouder bekijkt het College: 

  • Of wetten en beleid voldoen aan het verdrag; 
  • Wie betrokken zijn bij de uitvoering van het verdrag en of zij deze taak goed uitvoeren; 
  • Of de situatie van mensen met een beperking beter wordt; 
  • Of de samenleving inclusiever wordt.  

Daarbij is het College steeds in gesprek met de klankbordgroep VN-verdrag handicap, mensen met een beperking en hun vertegenwoordigende organisaties. Zij geven het College waardevolle informatie. Mede op basis van deze informatie geeft het College de overheid adviezen en aanbevelingen.  

Meerjarenplan 2024 - 2027

Na een uitgebreide consultatieronde met mensen met een beperking en hun organisaties, de eigen Klankbordgroep toezicht VN-verdrag handicap, overheden en het brede maatschappelijk veld heeft het College in het Meerjarenplan toezicht VN-verdrag handicap 2024-2027 de focus gekozen voor “de basis op orde”.  Het Meerjarenplan CRPD 2024-2027 beschrijft de stappen die het College in de komende vier jaar zet om hierop toe te zien. Dit doet het College middels drie programmalijnen die nadrukkelijk toezichthouden op een aantal belangrijke grondbeginselen en rechten van het verdrag: autonomie, werk, inkomen en sociale zekerheid, en infrastructuur (participatie van mensen met een beperking en het VN-verdrag aan de basis van wetgeving, beleid en uitvoering). Lees hier het Meerjarenplan in eenvoudige taal. 

Internationaal toezicht  

Er is ook een internationale toezichthouder op het VN-verdrag handicap. Dat is het VN-comité voor de rechten van personen met een handicap. Dit comité bestaat uit 18 onafhankelijke experts uit de hele wereld. Staten die partij zijn bij het verdrag moeten twee jaar nadat het verdrag in werking is getreden een uitgebreid rapport indienen bij het comité. In dit rapport moet staan welke maatregelen zijn genomen om het verdrag te realiseren. Na het eerste rapport moet elke vier jaar opnieuw een rapport worden ingediend. Nederland moet ook aan dit comité rapporteren over de implementatie van het verdrag.

Naar aanleiding van het eerste rapport dat Nederland indiende, deed het VN-comité in september 2024 aanbevelingen aan Nederland in een zogenoemd  slotcommentaar.  Als toezichthouder op de uitvoering van het verdrag leverde het College een rapport aan bij het comité.

Nederland moet nu aan de slag met de aanbevelingen van het VN-comité. In 2030 moet Nederland opnieuw een rapport indienen bij het VN-comité handicap om verantwoording af te leggen. Het College zal, in nauw overleg met mensen met een beperking en hun vertegenwoordigende organisaties, de voortgang de komende jaren goed in de gaten houden.

Information in other languages